2 juli
Iets voor de wekker werden we wakker en 10 minuten later stonden we naast het bed. We hoorden een zwaar motorgeluid voorbij komen en hoge koplampen schenen in het donker…. Diezelfde nacht nog werd kapitein Orte… Het zou toch niet onze jeep al zijn?!? Maar ja hoor, de jeep stopte voor ons huisje. We keken elkaar aan en dachten dat we misschien ergens een uur tijdverschil hadden gemist, maar gingen gewoon rustig door met aankleden, ze waren immers 40 minuten te vroeg. Een paar minuten later hoorden we geklets en WJ ging toch maar even kijken. Daar stond de jeep met chauffeur en gids al klaar. Ze bevestigden dat ze te vroeg waren. Ontbijtje opgepikt bij de receptie, stond al netjes klaar. Alleen hoe je koffie zonder rietje uit een plasticzakje drinkt, geen idee.
Toen een heftig ritje van 1,5 uur in een supergrote 4×4. Het eerste halfuur ging nog wel, maar zodra we de jungle in gingen werd de ‘weg’ echt slecht. We gingen soms zo langzaam dat je te voet sneller zou zijn. De chauffeur, Herman, vroeg nog: Melinda, are you okay? Haha, tuurlijk! Melin d’r wagenziekte werd redelijk op de proef gesteld, maar als ze alle busritten waarin we redelijk achterin zaten, gerookt werd en het heen en weer geslinger voor de spannende inhaalmanoeuvres al had overleefd, zou ze dit gestuiter ook wel overleven. Eenmaal op de parkeerplaats wisten we dat we ook nog een steile voettocht van 3 km te gaan hadden. Wel grappig; Ali, onze gids, had meer moeite de berg op te komen dan wij en hij doet dat 3 keer per week! Hij was druk geweest, de laatste beklimming was alweer 2 weken geleden…. Smoesjes Ali! Mietje…
De zon kwam steeds verder op en hoe hoger we kwamen, hoe mooier het uitzicht. Ook komen er geregeld mijnwerkers langs die onderin de krater werken waar zwavel gedolven wordt. Ongelofelijk: ze gaan die berg op en af met 90 kilogram zwavelbrokken op de schouders! De weg is af en toe echt steil en als je dan ziet dat ze het allemaal met bamboemandjes en op slippers doen… petje af! WJ heeft geprobeerd om zo’n lading van de grond te krijgen, maar dat lukte echt niet. En het lijken toch echt allemaal hele kleine, iele mannetjes. Deuk in ego.
Zodra je bovenkomt is het eerst moeilijk te bevatten wat je ziet: Een droge vlakte met een enorme krater erin, waaruit dikke, gele zwaveldampen opstijgen. Eerst lijken het gewoon wolken, maar verderop kon je verder naar beneden kijken en zag je duidelijk de gele rotsen en de dampen van de mijn afkomen. Daar middenin staan tientallen mannetjes de gestolde zwavel in brokken te hakken. De zwavel wordt door middel van zwarte pijpen in vlooeibare vorm omhoog gepompt en zodra het met de grond in aanraking komt wordt het hard en geel. De rest van de krater is droog en steil. Ergens slingert een weggetje die de mijnwerkers afleggen om bij de mijn te komen. Als toerist kan je hier ook naar beneden. Ali vroeg of we ook naar beneden wilden. Vanwege de dikke, stinkende (rotte eieren!) dampen twijfelden we eerst nog, maar die twijfel maakte al snel plaats voor nieuwsgierigheid. JA!
Na een spannende tocht over stenen, zand, smalle paadjes, diepe afgronden en mijnwerkers ontwijkend stonden we 45 minuten later beneden. Zo lang er geen dikke wolk uit de mijn omhoog kwam was het met de lucht en ademhaling best te doen. Maar als de wind verkeerd stond, dan sloeg de lucht op je longen en kreeg je een flinke hoestbui. Dus hield Melin haar vestje voor de mond en WJ zijn handdoek. We konden van dichtbij alles bekijken. Het water in de krater is warm en heeft een mintgroene kleur. Er is door de hoge zuurtegraad geen leven mogelijk. Na een halfuur weer naar boven geklommen en bovenop nog wat foto’s genomen, dit zie je nooit meer in je leven (tenzij je nog een keer teruggaat natuurlijk). Daarna weer de 3 km teruglopen naar de parkeerplaats. We moesten bij terugkomst op de parkeerplaats nog even op Herman wachten, die was nog verwikkeld in een potje poker met zijn collega-chauffeurs. Na een klein omweggetje van Herman, langs bamboehuisjes, Nederlandse gebouwen en een rubberplantage, stonden we om 11 uur weer voor ons huisje, moe en hongerig. Snel wat gegeten, om 12 uur lagen we in ons bedje…
Na een paar uurtjes slaap en een verfrissende duik in het zwembad, hebben we gedoucht en nog even wat geschreven. Melin was niet helemaal fit, beetje verkouden door de airco’s, kop vol met snot en veel niezen. Na een powernapje werd ze rond 20.15 uur weer wakker. WJ had ook de ogen op half 7 hangen dus we besloten het avondeten over te slaan en lekker (door) te slapen. Morgen hadden we immers weer een busrit voor de boeg!