22 maart
Vanochtend nog ff een keer gedoucht voordat we straks weer een paar dagen zonder zouden zitten. De zon scheen, een prima dagje om onze amerika-tour door Californie te beginnen. Uiteraard zou deze beginnen met het rijden over de Golden Gate Bridge, maar iets daarvoor moesten we nog even stoppen voor gasbusjes en vanaf daar hebben we vanaf een strandje nog wat foto’s gemaakt van de brug. De brug overrijden was erg cool. toch weer zo’n punt op de lange llijst van wat we graag wilden zien en doen. Het was niet de kortste route naar Yosemite National Park, die ging namelijk niet over de brug. We hadden bedacht via de brug, Point Reyes en Santa Rosa te gaan. Op de kaart stond de weg naar Point Reyes als een lange rechte lijn, maar in het ecth zat ie vol met bochten van max. 25 mijl per uur. WJ kon de auto meteen testen op stuurgedrag en op trekkracht heuvel op en remkracht heuvel af. Nou, dat ding stuurt als een schip, typisch Amerikaans dus ;-)
De route was erg mooi. De afslag naar de vuurtoren van Point Reyes was er een met nog meer bochten en slecht wegdek. Maar toen we er eenmaal waren met in de verte de zee, schitterend. Het was er alleen wel winderig, erg winderig. Toen we de auto parkeerden, schudde hij heen en weer. Dit punt bleek dan ook het winderigste punt van Amerika! En koud dat ie was, niet normaal. Eerst vonden we de mensen met handschoenen en mutsen nogal overdreven, maar toen we zelf aan de wandel gingen… Helemaal naar beneden naar de vuurtoren zelf (400 treden) zij we niet gegaan. Het uitzicht van bovenaf was ook vast veel mooier. Snel een paar foto’s en terug naar de auto. We moesten dezelfde slingerweg terug om weer bij de grote weg te komen. Het doel van vandaag was om in de buurt van Santa Rosa te overnachten, verder hadden we geen plan en dus ook nog niet gekeken naar campings en RV-parks.
Pas om 18.30 uur kwamen we door Santa Rosa. Het infocenter zat natuurlijk al dicht en we hadden nog geen nieuwe simkaart voor mobiel internet. Vlakbij zat een groot winkelcentrum waar ze waarschijnlijk wel wifi zouden hebben. Dat hadden ze ook, maar dat was erg slecht en traag. Er zat toevallig een AT&T telefoonwinkel en we liepen er naar binnen. De verkoper beveelde ons aan om bij hun conurrent T-Mobile te kijken, die hebben een betere aanbieding. Daar was het wel iets duurder, maar wel onbeperkt internet op lage snelheid en gratis bellen naar vaste nummers in NL! We zeiden dat we er eerst even over moesten nadenken en we raakten verder met hem aan de praat. Hij vroeg over onze reis en waar we vanavond sliepen. Hij kwam met de tip dat we gratis op de parkeerplaats van de Walmart konden overnachten en wees ons de dichtstbijzijnde Walmart op Google Maps aan. Super, daar gaan we dus heen!
Het was al 20.30 uur en we hadden echt honger. Boodschappen doen en koken zagen we niet meer zitten, dus we gingen naar het Foodcourt in het winkelcentrum voor rijst en noedels. Daarna terug naar de T-Mobile om op het aanbod in te gaan. Daarna de auto in en op naar de Walmart. Er was genoeg plek en we vonden een redelijk beschut plekje aan de zijkant. Toen de winkel in, we waren toch wel benieuwd naar de beroemde (of beruchte?) Walmart. Het is een V&D, Karwei, Xenos en Kruidvat in 1 gebouw en alles spotgoedkoop. Beetje rondgekeken en beslotrne om hier morgenochtend wat dingen te halen die we missen in onze kookuitrusting of nog extra nodig hebben. Even naar de WC, tandenpoetsen, in de auto en onder de dekens. Eerste nachtje slapen in Mr. Bling….
23 maart
Nou, qua breedte is de auto perfect, alleen de lengte houdt te wensen over dit keer. De matras is wel weer beter dan die in de Toyota in NZ. De Toyota was weer beter om in te zitten met slecht weer. In de Chevrolet Astro liggen alle spullen in kisten onder het matras, in de Toyota lag alles zo voor het grijpen. Ach, we redden het er maar mee. Maar goed, we hebben lekker geslapen en waren er pas om 9 uur uit. Bij de One-Dollar winkel en de Walmart hebben we even geshopt en daarna bij de auto ontbeten, met koffie van de McDonalds die in de Walmart zit, jaja.
We wisten nog steeds niet precies hoe de route door Californie naar LA zou worden. De kustroute tussen SF en LA schijnt erg mooi te zijn, maar daarentegen heb je alle nationale parken en Las Vegas landinwaarts, ook meer dan de moeite waard. Sowieso wilden we vandaag tot aan Yosemite National Park komen. Een lange trip, maar je kunt in het park kamperen en dat waren we dan ook van plan. Via de beroemde wijngebieden van Sonoma en Napa zijn we oostwaarts gaan rijden. Vlak voor de inggang van het park hebben we in Groveland nog een paar boodschappen gedaan. Niet teveel, want in het park lopen beren en je moet al je eten en toiletspullen in beer-proof kluisjes stoppen. De entreeprijs voor het park is 20 dollar, maar het hokje zat al dicht. Gelukkig kon je doorrijden en bij het verlaten van het park betalen. Vanaf hier was het nog een stukje rijden naar Yosemite Village. Vlakbij lag de camping die we gisteren via internet hadden geboekt. Vanwege de ‘springbreak’ oftewel voorjaarsvakantie, was het schijnbaar erg druk en hadden we alleen voor vannacht nog het laatst beschikbare plekje kunnen reserveren.
Er stonden borden langs de weg met ‘pas op voor gladde en besneeuwde wegen’… Wat? Gingen we echt zo hoog dat we sneeuw tegen zouden komen? Ja hoor, her en der lag langs de weg nog een fiks pak sneeuw! En dat kon je merken ook, brrrrr. Raampjes dicht, want de wind was ijzig koud. Het begon al te schemeren toen we bij onze camping The Upper Pines aankwamen. Hier zat het loket ook al dicht, morgenochtend moesten we inchecken en dus ook meteen weer uitchecken. Op het grote bord stond echter nummer 143 met de naam ‘Weigers’ erachter. Dat zullen wij dan wel zijn. Op zoek naar de plek dus. De camping was supergroot en de grote plekken lagen ver genoeg uit elkaar en beschikten over een eigen picknicktafel, kampvuurring en berenkluis. De plek lag vlak naast het toiletgebouw.
De buurman begroette ons meteen toen we uitstapten. Amerikaans gezin uit Sacramento met 2 kids en 2 huskies (Melinda blij). We trokken warme kleren aan en begonnen alle geurende dingen als eten en toiletspullen in de kluis te gooien. Laat je deze in je auto en ruikt de beer de spullen, dan trekt ie zonder moeite een deurtje open en dat wil je niet! Later zaten we aan de koffie met de laatste M&M’s uit Auckland en luisterden we gespannen of we beren hoorden. Overal brandden vuurtjes en klonk gelach en gekletst. Dit was nou echt kamperen: een donker bos met gevaarlijke beesten, waar je bij het haardvuur met de nieuwe buren een biertje drinkt en marshmallows roostert… En mooi dat we de natuur nu al vinden hier, dat belooft wat! Na de koffie doken we de warme auto in.
24 maart
Vandaag was het plan om de hele dag door het park te wandelen en vanavond een camping buiten het park te zoeken. Maar toen we langs het loket reden om uit te checken, zagen we een bord met daarop ‘space available’, volgens internet zat alles vol. We vroegen ernaar en ja hoor, bij het reserveringskantoor konden we bij boeken en nog op hetzelfde plekje ook. nadat we dat gedaan hadden, hebben we de auto bij het bezoekerscentrum gezet. Daar hebben we een kaart gehaald met de verschillende routes. Ook hadden we gelezen over een ‘bear-tour’ vanmiddag. Het meisje achter de balie vertelde dat zij deze rangerwalk deed en dat we om 14 uur moesten verzamelen bij halte 6.
Voor de tour hebben we rondgewandeld langs de steile granietrotsen en de grote waterval, echt prachtig! Het was ook superlekker weer, terwijl er boven in de bergen gewoon sneeuw lag, een mooi plaatje dus. Vlak voor de tour hebben we even een broodje gegeten en kffie gedronken. We waren uieindelijk met een aardig grote groep. We liepen achter de ranger aan naar een open plek en daar begon ze haar praatje De wandeling stelde niet veel voor, maar het verhaal was interessant. Er zaten (nog niet) veel beren in de buurt, aangezien ze rond deze tijd nog niet echt actief zijn, sommige zelfs nog in winterslaap. Toch kon ze er een opsporen met een peilapparaat. De beren hebben een zender en een tag. De beer zat ver weg in de bergen. Na haar verhaal hebben wij een rondje in de shuttlebus gedaan. Zo konden we zien wat we morgen nog zouden ‘bewandelen’.
Na boodschappen te hebben gedaan waren we rond 16.30 uur terug bij de auto. Dezelfde buurman was er nog en zei ‘welcome back’. We raakten aan de praat en Melin kon dus mooi even met de honden spelen. Terwijl WJ en de buurman verhalen uitwisselden onder het genot van een biertje, kletste Melin met de buurvrouw en de dochter. Een uur later gingen we toch echt warme kleren aantrekken en koken. Om 19 uur zou er in een zaaltje van de village lodge een film draaien over het belang van water in het park. We hadden pas om 18.45 het eten op. Volgens WJ konden we lopen naar het infocenter waar de film zou draaien. We kwamen daar te laat aan en alles was al dicht. Bleek dus dat de film bij de Lodge was, nog een kwartier verderop. Helaas pindakaas, dan maar weer lopend terug. We hadden gelezen dat je met volle maan de ‘moonbow’ in de waterval kunt zien en het was net volle maan. In het stikdonker hebben we op verschillende plekken staan kijken naar de waterval,maar geen moonbow. Onverichte zaken terug naar huis. Het was koud en er was niemand anders. Er zou maar zo’n beer in de bosjes zitten, brrrr. Even later zaten we veilig in de bus naar de camping, zonder film of moonbow gezien te hebben. Dan maar koffie met M&M’s en onder de dekens.
25 maart
Voordat we vandaag het park uitreden, wilden we nog een lange wandeling maken. We zeiden gedag tegen de buren en reden naar een parkeerplek waar vandaan we een stukje moesten lopen naar Mirror Lake. Het was nog best koud en Melin had de legging zelfs onder de spijkerbroek. We gingen aan de wandel. De route was 8km en we zijn zeker 2,5 uur onderweg geweest. Dit is trouwens Mountain Lion of Poema land, dus uitkijken geblazen. Langs het weerspiegelende meer door bos (met poema’s) en langs een rockslide. Bij de auto hebben we een boterhammetje gegeten. Omdat er nog her en der sneeuw en ijs op de wegen lag, was de weg dwars door het park richting Death Valley nog dicht. Eigenlijk zouden we dezelfde weg helemaal terug moeten en om Yosemite heen naar Feath Valley moeten rijden. Maar gisteren hadden we gelezen dat de Mariposa Drive nog open was. Een weg via het zuiden langs o.a. de grootste seqouia boom van het park. Dit zijn de grootste bomen ter wereld. Bij het uitrijden van het park kwamen we bij het betaal-hokje. De vrouwelijke ranger vroeg of we al betaald hadden en WJ zei van niet. Komen jullie nog een keer terug? Als het kan wel, zeiden we. Betaal dan de volgende keer maar, zei ze lachend. Mooi zo, weer 20 dollar uitgespaard ;-)
De wandeling van vanochtend zat nog vers in de benen en het kostte ons (Melin) enige moeite om naar de Grizzly Giant te lopen, de grootste boom uit het bos. Gelukkig was het niet ver. Het bos was mooi met grote Redwoods, de hoogste bomen ter wereld. De grootste boom van het park was wel dik maar niet hoog, dat viel dus een beetje tegen. Volgens ons was de Kari die we in NZ hadden gezien groter, maar ja. Terug bij de auto hadden we nog geen plan waar we heen zouden rijden. Ja, naar Death Valley, maar dat was nog een heel stuk rijden. We besloten onze overnachtingsstop in Fresno te maken. We kwamen laat aan en gingen op zoek naar een camping. We vonden een RV-park voor 40 dollar. Ff snel boodschappen gehaald en WJ ging koken en Melin schrijven. Voor het slapengaan nog een overheerlijke warme douche, wat kan dat toch lekker zijn!