26 maart
Een lange rijdag voor de boeg. Vanaf hier via Bakersfield naar Mojave en vanaf daar weer noordwaarts richting Olancha om daar rechtsaf Death Valley in te rijden. WJ wilden naar Furnace Creek rijden, waar het infocenter en een camping zaten. Maar dat was al de halve vallei door! Melin vond dat zonde en dacht dat we dan heel veel zouden missen. We zouden er dan namelijk laat aankomen. We hadden nog geen goede kaart van Death Valley, dus het was even lastig om te bepalen wat we zouden doen. We reden door via Panamint Springs naar Stovepipe Wells. Wat we toen onderweg al zagen was echt supermooi. Al die verschillende lagen zand en steen waaruit de berg is opgebouwd, de kleuren en hoogteverschillen, heel apart. Heeft moeder natuur toch weer mooi gemaakt met wind, water, vulkanen en aardbevingen ;-)
Rond 17.30 uur reden we Stovepipe Wells binnen. Een campground, motel, souvenirshop en general store, de perfecte plek om te overnachten. Eerst hebben we pastasaus, een zak chips en een zak ijs voor in de koelbox gehaald. Daarna een National Park pas voor 20,- en daarna nog 12,- voor de camping. We vonden een mooi plekje tussen de andere campers, caravans en trailerws en gingen zitten. Wauw, wat een uitzicht! Toch wel een van de mooiste van onze reis. Even een biertje en een chippie en daarna koken met de nieuwe pastasaus en de restjes van gisteren. Het was weer volle maan en die verlichtte zowat de hele camping. Na de afwas nog even genoten van de omgeving. Melin had dit echt niet verwacht van Amerika. Ze had gerekend op 4 weken langs het strand rijden, halfnaakte dames op rollerskates bekijken en gespierde mannen op fitness-apparaten begluren, haha! Ja, de Grand Canyon kende ze wel, maar Yosemite en deze Dode Vallei…. misschien wel de mooiste stukjes natuur van onze reis, dus een aangename verrassing!
27 maart
Op tijd opgestaan, ontbeten en hup, langs alle bezienswaardigheden in deze mooie vallei. Mosaic Canyon, zandduinen, Salt Creek en daarna een stop in Furnace Creek bij het bezoekerscentrum. Daar namen we een broodje knakworst met mosterd, mmmm! Vervolgens zijn we doorgereden naar The Devils Golfcourse en Badwater Basin, het laagste puntje van de VS, 85 meter onder zeeniveau. Daarna terug via de Artist Drive (gekleurde rotsen), Zabriskie Point en als kers op de taart het spectaculaire uitzicht over de hele vallei vanaf Dante’s View. Dat was een flink stuk omhoog rijden, de auto had er duidelijk moeite mee, maar het was het zeker waard. De hele dag hebben we ons vergaapt aan de rotspartijen die er in elke bocht weer anders uitzien qua vorm en kleur. De temperatuur was behoorlijk heet, zeker zo’n 35 graden Celsius in de middag. We hebben veel water moeten drinken en goed moeten uitkijken dat we niet teveel en te ver zouden wandelen. Overal staat dat je je route moet aanpassen aan je eigen kunnen, de weersomstandigheden en je kleding. Oh ja, niet je hand of voet ergens zetten waar je niet kan kijken, want schorpioenen, tarantula’s en ratelslangen liggen op de loer!
Ondertussen was het al weer aan het eind van de middag. WJ wilde eigenlijk doorrijden naar Las Vegas, maar dat was voor dit tijdstip toch iets te ver weg. Het leek Melin beter om daarvoor nog ergens te stoppen, zodat we dan morgen meteen Vegas konden binnenrijden. We konden terecht op een RV-park in Pahrump. Officieel lieten ze alleen trailers en RV’s binnen, maar nadat WJ zijn charmes in de strijd had gegooid mochten we een nachtje blijven ;-) Het was al aardig donker en we moesten eten koken. Er was geen campkitchen, iedereen kookte in de eigen auto. Maar goed, Melin zat in het donker groente te snijden bij kaarslicht aan het picknickbankje op onze plek, toen er ineens een grote bundel licht scheen… de buurman kwam met ene bureaulamp aan en zette deze naast Melin neer. Haha, echt heel aardig en het hielp echt goed! Het voorkwam echter niet da tde rijst te ver was doorgekookt. Ach ja, jasmijnrisotto is ook lekker. WJ deed de afwas, daarna nog een bakkie koffie met de verhalen van Marcel z’n weblog. Toen lekker gedoucht en naar bed.