23 februari
Vanochtend was het koud maar zonnig. Zo’n lekkere in-de-zon-zit-ochtend in februari of maart. Dikke trui aan en daardoor lekker warm, dus lekker rustig ontbeten. We wilden nog een wandeling maken en hadden gisteren gehoord dat er een stukje verderop nog meer mooie wandelroutes liepen. Het was nog geen 10 minuten rijden nar de Tasman Valley. Eerst hebben we een wandeling langs de ‘blue’ lakes gemaakt. Die waren niet meer blauw hoor, eerder bruin/groen. We zijn nog een stuk richting Mt. Cook gelopen over de weg door het lawinegevaar-gebied, maar dat bleek na een bocht nog zover te zijn, dat we maar zijn omgekeerd. We klommen een berg op naar een uitkijk over de Abel Tasman Gletsjer. Mooi hoor, maar van de gletsjer zelf was niet veel over of in elk geval niet te zien. Wel zagen we veel blauw ijs, heel apart. Terug bij de auto hebben we een boterhammetje gegeten en reden vervolgens via dezelfde weg als gisteren 55km terug.
In Twizel hebben we getankt en zijn via Omarama naar Oamaru gereden. In het stadje hebben we boodschappen gedaan. Er zat geen gratis kampeerplek in de buurt, dus we keken even op internet naar een goedkoop park. 12km terug lag een park voor maar 22 dollar per nacht. Toen we daar aankwamen raakten we gelijk aan de praat met een vriend van de eigenaar. Hij liet ons binnen bij de receptie, waar een jongen ons verder hielp. Wat willen jullie hier doen? Vroeg hij. We willen pinguins zien! Blauwe pinguins zelfs. Zei WJ. In Oamaru zit bij de haven een infopark over deze beestjes met een heuse tribune om ze ’s avonds te bekijken als ze naar hun kolonie teruglopen. Kost 25 dollar p.p. De jongen van de receptie gaf ons echter een tip waar we ze gratis konden zien. Namelijk, bij de bussenparkeerplaats van datzelfde infopark! Als we daar rond 21 uur zouden zijn, zouden ze niet veel later over de parkerplaats naar hun kolonie lopen. Dat wilden we wel proberen natuurlijk.
Toen we een plek op de camping hadden gevonden hebben we eerst maar de was uitgezocht. De lange broeken en truien waren een beetje muf van het dragen in Australie en sindsdien hadden we ze nog niet gewassen, haha! WJ ging koken; citroenrisotto met boontjes en vis en een lekker wit wijntje ernaast. Om 20.30 uur zaten we in de auto richting de haven. Het was al schemerig en bij het water stonden wat mensen pinguins te spotten. We wilden niet laten blijken dat wij een geheime plek wisten en liepen een beetje heen en weer tusen water, infocentrum en parkeerplaats. Nou, toen de pinguins voorbij de tribune kwamen, konden we dat goed horen! Die beesten maken best een herrie. Wij terug naar de parkeerplaats naast de tribune. Het was intussen pikdonker en je zag weinig. Maar het geluid en het geritsel in het lange gras op de heuvel maakte duidelijk dat ze er zaten. En ja hoor, niet veel later zagen we her en der een pinguin uit de bosjes komen. cht heel grappig hoe ze lopen. Ze hadden nesten in de struiken en we konden de kleintjes horen piepen. Een voor een kwamen de mensen hun auto ophalen en wij deden steeds alsof we met de auto bezig waren of op iemand stonden te wachten. Een keer zetten een groep chinezen vol het licht op de arme beestjes, wat heel slecht voor hun ogen is. Zelfs flitsen mag niet, tot spijt van WJ die graag wel wat mooie fotos had willen maken. Maar goed, a 1,5 uur was die parkeerplaats eindelijk leeg en stonden we als enige nog een beetje te koukleumen. Toch hebben we in alle rust een paar pinguins kunnen zien, zelfs 2 die ruzie hadden, dus daar waren we wel blij om. Snel terug naar de camping en rond 23.30 uur lagen we in de auto. Erg laat voor ons doen. Ach ja, morgen kunnen we toch uitslapen, we hoeven pas om 11 uur uit te checken.
24 februari
Weer pas om half negen wakker! We waren natuurlijk later dan normaal naar bed gegaan, maar waarschijnlijk komt het vooral door het tijdsverschil t.o.v. Australie. ’s Avonds is het hier pas tussen 21 en 21.30 uur donker, dus we gaan automatisch later naar bed. We hoefden pas om 11 uur uit te checken, dus we hadden nog tijd zat. Alleen was om die tijd de was van gisteren nogsteeds niet droog. We mochten gelukkig een halfuurtje langer blijven, konden we ook nog wat verhaaltjes typen. We reden terug naar het centrum van Oamaru. De stad heeft een historisch gedeelte en een lookout die WJ allebei graag wilde zien. Melin was wat minder in de stemming om rond te sjouwen, maar was later toch blij met de frisse zeewind. De lookout vanaf Cape Wanbrow lag wat verder dan verwacht en we liepen allebei op slippers. Melin ging terug en WJ ging alleen op onderzoek uit. Na ruim een kwartier kwam hij teleurgesteld terug: niks bijzonders te zien. De markt en het historisch gedeelte waren wel leuk, maar daar waren we zo doorheen.
Via Palmerston zijn we naar Dunedin gereden, een grote studentenstad. Er zaten weinig DOC-campings in de regio. In Dunedin parkeerden we bij een groot grasveld van de plaatselijke rugbyclub en aten we een boterhammetje. We hebben alle kaarten, boekjes in internet er even bijgepakt om te kijken waar we zouden gaan slapen. We bedachten dat we eigenlijk nog tijd zat hadden om naar een DOC camping te rijden verder naar het zuiden, vlakbij Owaka. Om toch nog even de beentjes te strekken hebben we in Dunedin een rondje stad gelopen. Ook hebben we 2 chocoladerepen gekocht bij Cadbury World en later nog een hamburger bij de BurgerKing. Sorry hoor, morgen doen we wel weer een gezonde dag ;-) We reden nog even langs de steilste straat ter wereld en daarna via een erg mooie maar slingerachtige route verder.
Na een lange onverharde weg kwamen we in de avond op het strand van Parakaunui Bay aan. Een supermooie plek waar nog plek zat was voor ons autootje. We hebben nog een stuk over het strand gelopen. Het eten was niet veel bijzonders vandaag: noedels en toast. We hadden niet meer echt boodschappen gedaan, dus we moesten een avondje op de voorraad overleven. Het werd donker en ook erg fris, maar meteen ok erg mooi door de felle maan die de hele omgeving verlichtte. Melin had zelfs geen lampje nodig om naar de WC 100 meter verderop te lopen!