21 februari
Om 8 uur had Melin een skypeafspraak met Maaike en daarna nog met Kim. Dat was natuurlijk erg leuk en gezellig, want dat was alweer een tijdje geleden. WJ ging maar even vragen of we later konden uitchecken, dat was geen probleem. Toen we van de camping afreden gingen we eerst even langs The warehouse waar we gisteren een kijkje hadden genomen. Op de parkeerplaats werkte Melin snel een bakje muesli naar binnen, door al dat geklets had ze nog niet kunnen ontbijten. We hebben de spullen gehaald en zijn daarna naar de goedkope supermarkt gereden om wat voorraad in te slaan. Rijst, soep, pasta en wat sauzen zodat we altijd wel iets in elkaar konden draaien. Daarna gingen we echt op weg.

Onze eerste bestemming was Timaru. We gingen hier voornamelijk even kijken omdat Leny en Stuart hier hebben gewoond. Het is niet heel groot en het regende. We zijn even dooor de haven en door de stad gereden, maar het was nat en er stond veel wind dus we bleven liever in de auto. We reden landinwaarts richting Fairlie. Hier ergens in de buurt wilden we slapen om daarna door te rijden naar Lake Tekapo en Mount Cook. Ook in Nieuw-Zeeland heb je gratis of goedkope staatscampings, waar je voor 6 dollar p.p. kunt kamperen. Als je in je camper en toilet hebt, dan krijg je een ‘responsible camper’ sticker, waarmee je in principe overal buiten een straal van 10km van een stad mag kamperen. Wij hebben dat niet, dus we mogen alleen op campings, caravan parks en DOC-campsites staan (Department of Conservation, de staatsbosbeheer campings van 6 dollar). WJ had een app gedownload met alle gratis en goedkope plekken en in ons wegenboek staan ook alle DOC campings. Met behulp van deze middelen vonden we DOC camping Pioneer Park. Via een dirtroad van 13km kwamen we op een grasveld waar al wat campers stonden. We parkeerden half onder een boom. Het was echt pokkenweer, het motregende en het was erg mistig.

We hebben de camper een beetje opgeruimd en WJ ging aardappels schillen. Een dik uur later zaten we aan een stamppotje van bleekselderij, champignons en spekjes. De afwas stapelden we op in het zelfgekochte wasbakje en gingen lekker bankhangen, haha! Koffie, bed opmaken, tandenpoetsen en slapen. Dat in slapa komen duurde wat langer dan gehoopt, er stonden een paar nederlandse jongens luidruchtig te discussieren over Bert en Ernie.

22 februari
We werden pas om 8.30 uur wakker. Dat waren we niet  gewend. Het was echt koud buiten. Vannacht hebben we van plek gewisseld omdat Melin al 2 dagen slecht geslapen had. Nou, nu had WJ slecht geslapen, dus we weten dat het door de plek komt. Rustig ontbijten en koffie dus. We gingen onderweg naar Lake Tekapo, een erg mooie rit. Toen we het grote blauwe meer zagen met in de verte de besneeuwde bergtoppen van Mount Cook, konden we alleen maar om ons heen blijven kijken. Mooi is het hier he, zei WJ. Dat heeft ie de 2 dagen daarna nog wel 100 keer gezegd, maar het was dan ook heel mooi. We stopten bij het meest gefotografeerde kerkje van Nieuw Zeeland. Het staat aan het meer, en met het meer en de bergen in de achtergrond of ’s nachts met de melkweg erboven (die schijn je hier het beste te kunnen zien) is het ook vast erg mooi…. als er teminste geen busladingen met chinezen of bejaarden voor staan :( Volgens ons zit er uiteindelijk 1 foto tussen zonder andere mensen erop.

In de buurt zaten een paar souvenirwinkeltjes en een supermarkt, waar we wat voor de lunch gehaald hebben. Ze verkopen hier dus handschoenen van Merinowol en possumvacht…. We reden een stukje verder met een mooi uitzicht op de omgeving. Daar hebben we onze stoeltjes uitgeklapt en een boterham met pindakaas gegeten. Er was maar 1 weg naar Mt. Cook en die was 55km lang. Ook dit was weer een supermooie route, met aan het eind een stadje dat bestaat uit alleen maar accomodaties voor toeristen. Bij het infocenter vroegen we of we in de buurt konden kamperen en welke wandelroutes we konden doen. Er was 1 DOC-camping, deze kostte 10 dollar p.p. Het werkt zo: je pakt een envelop uit de bak bij het infobord en vult hierop je gegevens in. Het strookje uit de envelop houd je zelf en hang je aan je tent op binnenspiegel. Je geld doe je in de envelop en deze gooi je dichtgeplakt in een bus. De bus wordt elke ochtend geleegd (of niet) en een ranger checkt of iedereen betaald heeft. Heb je dit niet gedaan, dan krijg je officieel een boete, maar in de praktijk komt het erop neer dat je gewoon je bijdrage moet betalen.

Het was erg druk, maar we konden nog een mooi plekje bemachtigen. We besloten toen nog een wandeling te maken van ongeveer 1,5 uur over ene heuvelachtige route van losse stenen, door een vallei en over een rivier d.m.v. een touwbrug. De zon scheen lekker en we genoten van de wandeling. We hadden geen boodschappen meer kunnen doen en in het dorpje was alleen een hotelwinkel waar ze blikvoer verkochten voor 3 keer de normale prijs. Dus als voorgerecht een zak chips en als hoofdgerecht rijst met kormasaus en een gesnipperd appeltje. Tja, je moet toch iets! De avond was weer behoorlijk koud en we hebben een tijdje ind e bus gezeten totdat het helemaal donker was. We kwamen er speciaal weer uit om de melkweg te zien. En dat kon! Niet zo heel duidelijk vanwege de felle maan, maar goed genoeg. Snel tandenpoetsen en de auto in, lekker tegen elkaar aan om warm te blijven.