25 februari
Na het ontbijt wilden we nog de andere kant van het strand zien, maar vanaf de bergen door het lange gras en over het strand liep een brede stroom water, waardoor we helaas niet bij de mooie kliffen in de buurt konden komen zonder nat pak te halen. Dan maar terug in de auto en verder rijden. Eerst de lange gravelroad weer terug en nog even een kijkje genomen bij de weinig spectaculaire Parakaunui Waterval. Van Marcella en Niels hadden we de tip gekregen over een mooie camping in Curio Bay. Omdat het gisteren net iets te ver rijden was, wilden we daar nu even gaan kijken. Onderweg daarheem kwamen we langs de Cathedral Caves, maar die waren helaas al gesloten, had met eb en vloed te maken. Curio Bay bleek inderdaad een hele mooie plek te zijn. En camping midden op een hoge klif met plekken in het hoge gras voor veel privacy. In de baai zwommen de zeldzame Hector dolfijnen. Een kleine soort die heel dichtbij komen als je met je luchtbedje rustig op het water dobbert. Het was lekker weer en we hebben er lekker geluncht en gewandeld. Al met al een van de mooiere plekjes op de aardbol ;-)

Voor Curio Bay waren we nog even bij Porpoise Bay gestopt, waar een versteend bos in het water ligt. Er is niet veel meer dan een paar boomstammen over, de rest is vergaan of door toeristen als souvenir meegenomen. Het was dus niet zo spannend als de naam deed vermoeden. We zijn daarna richting Invercargill gereden. Daar hebben we eigenlijk niet veel gedaan. Boodschappen en tanken, that’s it. We wilden vandaag een gratis plekje hebben om te overnachten. De eerste de beste in het DOC boek, was nog best een eind rijden. We hadden toch niet zo’n zin in de steden, we vonden het rijden langs bergen en valleien veel mooier, dus we gingen verder via Riverton nar Clifden. Hier kon je een afslag nemen naar Lake Hauroko, het diepste meer van Nieuw Zeeland. Dit ligt overigens vlak naast het op een na diepste meer van NZ.

Melin moest heel nodig plassen en we keken uit naar bordjes voor toiletten. Er kwam een afslag naar de hangbrug waar ook WC’s waren. Daar aangekomen bleek er ook een scouting-kampeerterreintje te zitten. Er stond al een busje met een ouder stel. WJ raakte met ze aan de praat terwijl Melin de wc indook. Deoudjes vertelden hem dat de camping waar wij heen wilden geen fijne plek was en de omgeving verder ook niet zo bijzonder. Het was al best laat, dus we besloten om hier te blijven staan. Een paar duitsers hadden hun tentjes in de tussentijd vrij ruim over het terrein verspreid, dus we konden er nog maar net bij met de auto. Mein ging koken, WJ had de laatste paar dagen veel gekookt omdat Melin niets kon bedenken en geen zin in koken had. De passie een beetje kwijt? Maar vastbesloten om de passie terug te brengen zou ze de aankomende dagen koken. Dus ze ging aan de slag met gebakken aardappels, kip en een goedgevulde salade. Daarna heeft ze ook de afwas gedaan en koffie gezet. WJ had ondertussen een beetje gerommeld in de auto. De koffie en chocola smaakte erg goed. Het was helaas weeer erg koud dus snel naar bed. Voordeel is wel dat alle spullen in de koelbox lekker koud blijven!