26 februari
Toen we net na het ontbijt bezig waren de spullen weer in te pakken, kwam er een man met een hengel voorbij. Het was dezelfde man als gisteren en begon tegen ons aan te kletsen. We vertelden ons plan om vandaag naar Milford Sound te rijden. Hij zei dat het daar prachtig is. We vroegen hem, want het was een local, om het de moeite (en de benzine) waard was om naar Lake Hauroko te rijden. Net zoals de oudjes zei ook hij van niet. Het is een gebied waar niks groiet en leeft en aan een diep meer zie je ook niet veel. Dus voor ons werd het in 1 streep door naar Te Anau, waar de weg naar Milford Sound begint. Een weg van 120km lang, langs bergen, door dalen en langs rivieren. Te Anua is erg toeristisch. hier komen alle bussen langs naar Milford Sound en hier boek je je cruise langs de fjorden. Wij hebben er alleen even gas gehaald voor het kookstel en een boterham gegeten.

We begonnen aan de mooie route naar Milford Sound, volgens sommigen een van de mooiste routes ter wereld. Het was best bewolkt, maar dat had ook wel weer iets. Ook weer een ‘waterval’ van wolken gezien, gaaf! Onderweg waren er verschillende stops en kampeerplekken. Het was rond 13 uur dat we vertrokken, met de stops erbij was het zo’n 2,5 uur rijden. Qua tijd zaten we goed, want ’s ochtends en aan het eind van de middag was het druk met bussen. Regelmatig gingen en hingen we uit de auto voor foto’s en filmpjes. Er zat ook een tunnel op de route van 1,2km die echt stikdonker was. Bovendien waren ze er aan het werk, dus het wegdek was erg ongelijk. Na de tunnel een lange afdaling met lange haarspeldbochten. We stopten nog voor een wandelingetje naar de Chasm, een woeste waterpartij door de rotsen heen, daarna waren we op bestemming.

Milford Sound bestaat uit water, waaruit vanuit het niets steile fjorden omhoog komen, de bekendste ervan is de Mitre Peak. Als we 20.000 jaar geleden op deze plek hadden gestaan, dan stonden we onder een dikke laag ijs van 2000 meter diep. Er was een haven waar vanuit alle boten vertrokken, een vliegveldje en een infocenter met restaurantje. We hebben een korte wandeling gemaakt langs de kust en zijn naar de bootterminal gelopen om te kijken of we een cruise konden maken. Op zich viel het mee, van 9 – 15 uur op de boot voor 65 dollar = rond de 40 euro. Maar het weer was niet heel geweldig en we wilden eigenlijk andere activiteiten doen, dus het was kiezen. Terug bij de auto zagen we dat de camping op een park hier dichtbij maar 18 dollar was. Eerst wilden we heen en terug op 1 dag, maar er was hier genoeg keuze aan DOC campings. Deze was iets duurder dan een DOC, maar dan had je wel alle faciliteiten erbij. Helaas was de camping volgeboekt, waardoor we toch een stuk terug moesten voor de eerste DOC camping.

Op de bult voor de tunnel stopten we nog een keer voor een foto. Melin bleef in de auto zitten en zag ineens rook onder de motorkap vandaan komen…. nee toch! De radiator was oververhit, er zat bijna geen koelvloeistof meer in. Water bijgevuld en rustig verder de bult op, niet meer stilgestaan, zodat de ventilator bleef draaien. De eerste DOC camping stond vol, maar de 2e, Cascades Creek, was groot en er was nog een mooi plekje voor ons vrij. Het was al laat, dus Melin begon meteen aan de pannenkoeken. De lucht was erg mooi, met de zon zo achter de bergen, waardoor de wolken een roze kleur kregen. Maar het werd ’s nachts goed koud. Nog even snel naar de WC en de slaapzak in!