13 november
Vanochtend hebben we niet op het park ontbeten, want we wilden bij de vuurtoren ontbijten. Maar toen we daar aankwamen, bleek dat je moest betalen om er dichtbij te komen. Die 18 dollar vonden we het niet waard en reden verder op zoek naar een zonnig plekje. We zijn helemaal doorgereden naar Princetown, waar we op een rustige parkeerplaats hebben ontbeten. Het was een superklein dorpje met een paar huisjes, een backpackershostel en 3 winkels en bied een weids uitzicht over de omgeving. Na het ontbijt zijn wij doorgereden naar Port Campbell, waar we bij het infocenter hebben gevraagd naarcampings in de buurt.

In Petersborough, een dorpje verder, zat een groot caravanpark. Het meisje beveelde ons deze aan en wij hadden hiervan een kortingsbon in een van de vele brochures staan. In Port Campbell hebben we boodschappen gehaald, want in Petersborough was er zo goed als niet zoveel. Het touristpark was groot en mooi en het was er lekker rustig. We hadden een weiland voor onszelf. We waren er op tijd, dus we konden nog even lekker van de zon en een biertje genieten. Nadat we een wasje in de machine hadden gegooid, heeft Melin de route nog even bijgewerkt in haar schrift. Hier hadden we een redelijk goede wifi-verbinding, dus WJ begon meteen met het uploaden van foto’s. Na een halfuurtje de was opgehangen en bij het strand gaan kijken. We hadden onze zwemkleding aan, maar de wind was te hard en te koud. Dan alleen maar even kijken naar de zee.

Later hebben we in de campingkeuken een hamburger gemaakt en wat gekletst met andere backpackers. WJ ging afwassen en Melin facebooken. Niet eerlijk he… Daarna hebben we de was binnengehaald en koffie gemaakt. Het was zooo koud buiten, dat we echt geen zin hadden om buiten te gaan zitten, dus we gingen de auto in, zetten een filmpje aan op de tablet en kropen we onder ons lekkere warme dekentje. No way dat we er nog uitgingen om onze tanden te poetsen ;-) Melin moest er helaas toch ’s nachts uit om te plassen. Tijdens het teruglopen naar de auto kon ze mooi de heldere hemel met de vele fonkelende sterren bewonderen, dat dan weer wel.

14 november
Weer geen ontbijt op de camping deze ochtend, maar vlakbij de zee op een picknickbankje. Lekker in de zon met uitzicht op de rivier, de zee, een brug en duinen, tussen de australische vogels en konijntjes. Waar we nu naartoe gingen wisten we nog niet precies. We wilden graag de Grampians zien en waarschijnlijk ook Mt. Gambier. Uit het grote Campingboek hadden we een gratis plek gekozen om te overnachten, voordat we de bergen in reden. In het Grampians National Park zelf zijn er ook genoeg campings, maar allemaal betaald.  De route door de bergen kan je makkelijk in 1 dag doen, zelfs in een paar uurtjes, dus dat zou weer wat geld schelen. Vanavond vlak voor het park dus ergens gratis pitten en morgen een dag door het park crossen.

Het was een aardig eindje rijden naar Cherrypool, onze slaapplaats voor vanavond. Maar toen we er volgens het boek moesten zijn, konden wij nergens een rets area vinden. Na nog een keer teruggereden te zijn, zagen we wel een paadje, maar geen huisje. Ook hing er een bordje dat een deel ‘closed’ was. Deze rest area was niet meer… rest in peace zullen we maar zeggen. Dan maar doorrijden en desnoods toch naar een betaalde camping. We kwamen in de buurt van een andere camping uit het boek en reden daarheen. Het pad was 2 km dirtroad en liep langs een olijfplantage. Eenmaal daar bleek dit een hele mooie plek, maar er was geen office. Op een infobord stond dat je een permit moest halen in het cultural center zo’n 20km verderop. Ja, daaag! Je kon ook een nummer bellen en va creditcard de permit betalen. Dit hebben we geprobeerd, maar helaas, geen bereik. Terugrijden was geen optie, een andere camping zoeken was ook geen optie, dus het leek erop dat we hier vanavond illegaal gingen verblijven. We waren best moe, dus we besloten de gok te wagen dat er geen ranger zou komen. Zo wel, dan hadden we in elk geval bewijs dat we meerdere keren hebben geprobeerd het nummer te bellen.

Op een picknicktafel hebben we het eten voorbereid en een lekker prei-stamppotje gekookt. De campground lag midden in de natuur tussen heuvels en bomen en was ruim opgezet. Zelfs met her en der een vuurplaats. Later zaten we in de schemering koffie te drinken tussen de kangoeroes! Ze zaten op een paar meter afstand rustig te grazen. Ook zagen we nog een schim van een katachtig beest voorbij flitsen. Dat was best eng, dus we gingen onze tanden poetsen en naar bed ;-) Melin moest ’s nachts nodig plassen, maar durfde er niet uit. WJ werd wakker gemaakt en moest met de zaklamp een oogje in het zeil houden. Niks te zien natuurlijk!

15 november
Gisteravond hadden we maar vroeg de wekker gezet voor vanochtend, zodat we weg zouden zijn voordat er een ranger kwam controleren. Dus om 7.30 uur ‘stoven’ we via een dirtroad de campground af richting de hoger gelegen bergen, maar niet voordat we in onze haast nog langs een Aboriginal tekening op een rots hebben gekeken. Het ontbijt werd geserveerd bij Lake Wartool, waar we vergezeld werden door een nieuwsgierige kangoeroe met kleintje in de buidel en een kookaburra, ze zaten praktisch bij ons aan tafel. Daar werden we door een ouder reizend echtpaar (grey nomads) aangesproken die ons nog wat tips gaven voor Mt. Gambier.

De Grampians zijn echt heel mooi. De hoge bergen van vulkanisch gesteente, de begroeiing en de meren in de valleien. We hebben over diverse slingerweggetjes gereden langs de vele scenic lookouts.

Nadat we de bergen achter ons hadden gelaten, reden we via de snelste weg naar Mt. Gambier. We wilden een beetje op tijd een plekje hebben zodat het nog licht genoeg was om verhaaltjes te typen. De tip van de camping in Mt. Gambier bleek in ons geval toch niet zo heel geweldig: een weiland zonder verdere beschutting, het weer was niet al te best en het had al een paar keer geregend. Dus een camping met een bbeetje beschutting en een keuken zou fijn zijn. WJ checkte even snel op internet of er iets in de buurt was. Een paar km verderop zat een mooie, grote camping vlakbij het Blue Lake waar we sowieso nog naartoe wilden. De camping was aan de prijzige kant (36 dollar) maar we kozen ervoor om toch hier te gaan staan. We hebben een tijdje naast de auto in de stoeltjes getypt, maar dat werd toch een beetje te fris, dus zijn we lekker de keuken ingedoken waar WJ verderging met typen en Melin ging koken. Veel sla en gebakken aardappels met knoflook. Daarna een lekker bakkie koffie met chocola, wat hebben we het toch slecht!

16 november
Na het ontbijt hebben we de auto buiten de camping geparkeerd om lopend naar het Blue Lake te gaan. Het meer is bijzonder, omdat het water van november tot maart een kobaltblauwe kleur krijgt, goeie timing dus! Mooi om te zien en waarschijnlijk nog veel mooier als de zon erop schijnt. Maar ook vandaag helaas bewolking en veel ook. Het kwam ook mede door dit weer dat we hadden besloten om vandaag helemaal door te rijden tot Adelaide. Onderweg zijn we nog in een aantal plaatsjes gestopt, hebben ergens een boterham gegeten en rond 18 uur kwamen we aan bij een caravanpark dat een paar km buiten het centrum lag, in de heuvels van Adelaide.

Nadat we een plekkie hadden uitgezocht, reden we naar de supermarkt voor een paar boodschappen. Bij terugkomst zijn we toch maar verhuisd naar een andere plek die nog in de zon lag. Dit was wel op een heuvel wat betekende dat we schuin zouden slapen. Ach ja. De wind blies heel hard. Zo hard, dat de stoeltjes met de door Melin ingeschonken glaasjes wijn in de bekerhouders omvielen. Het was koud en Melin d’r humeur was zo diep gedaald als het kwik :-( Mokkend ging ze klappertandend de auto in, terwijl WJ een heerlijke pastasalade in elkaar draaide. Na het eten was het humeur gelukkig een stuk beter en konden we tandenpoetsen en lekker en vrolijk in de slaapzak kruipen.