17 november
Vanaf de camping kon je per bus naar het centrum. Dat zou rond de $18 kosten. De campings dichterbij het centrum waren net zo duur als dez camping, dus het zou goedkoper zijn om te verhuizen naar een caming in de stad en dan lopend de boel te verkennen. Dus spullen pakken en uitchecken. De andere camping was maar 15 minuten rijden. We waren er iets vooor 10 uur, de normale uitchecktijd, dus het was even zoeken naar een vrije plek, maar die werd uiteindelijk gevonden. Op onze nieuwe stek hebben we lekker ontbeten en zijn toen lopend richting het centrum van Adelaide gegaan.

De zon scheen lekker, maar het waaide ook nog wel behoorlijk. De wandeling ging door de Botanical Gardens naar een straat waar we op de free City Loop Bus konden stappen. De naam zeg het al, een gratis bus die een grote ronde door de stad maakt en stopt bij alle bezienswaardigheden. Adelaide stond voor ons vooral bekend om zijn Central Market. Die was op zondag maar tot 15 uur open, dus daar wilden we eerst heen. Op de overdekte markt was vooral etenswaar te vinden, dus het bleef bij kijken, ook omdat de prijzen echt enorm hoog waren! Daarna hebben we een beetje door Chinatown gebanjerd en in de shoppingstreet, Rundle Street Mall rondgekeken. Ongelofelijk dat alles hier al echt helemaal kerst is…

Aan het eind van de middag zijn we op een bankje in een park neergeploft, ff lekker in de zon. Via een ommetje zijn we op zoek gegaan naar een restaurantje. Jah, lekker uit eten! We wilden perse in de zon en vonden uiteindelijk een Thais restaurant met een zonovergoten terrasje, waar we 2 wijntjes bestelden. Eingelijk hadden we pizza in gedachten, maar deze kaart zag er ook goed uit dus we besloten hier te gaan eten. Als snack bij de borrel lekker roti canai gegetenen als hoofdgerecht had Melin de yellow chicken curry en WJ de red kangaroo-curry! Ah, zielig…maar wel lekker ;-)

Na het eten zijn we rustig  teruggewandeld naar de camping waar we onze eigen fles wijn hebben leeggedronken. WJ bedacht dat we nog voor 140 dollar beltegoed hadden dat morgen zou verlopen, dus dat moest nog ff op. Melin dus bellen met Miran, die blij verrast was! WJ belde daarna met zijn mama en die vond het ook erg leuk. Nadat we onze tanden gepoetst hadden en een possum hadden verjaagd konden we na een lange dag eindelijk slapen.

18 november
Adelaide heeft behoorlijk was aansluitende dorpjes die de stad groter maken dan het eigenlijk is.We hadden een foldertje van Glenelg gezien, waarin stond dat het een bruisend dorp aan het strand is met veel winkeltjes, restaurantjes en een zwemstrand. Daar wilden we dus wel heen. Bij de Adelaide showgrounds werd elke zondag een farmers market gehouden, dus die wilden we ook nog even bezoeken. Dus ontbijten, uitchecken en op naar de market. Een ‘gratis’ parkeerplek was moeilijk te vinden, de markt zelf misschien nog moeilijker. Maar na 4 rondjes rijden en een kwartier lopen hadden we de markt gevonden. Die viel qua grootte, aanbod en prijzen een beetje tegen. Je moest schijnbaar ergens lid van zijn wilde je een leuke korting krijgen, anders was het gewoon erg duur. Wel even een pain artisanal gehaald voor bij het eten en hup, terug naar de illegaal geparkeerde auto. Pfffeh, geen bon.

Het was maar 20 minuten naar Glenelg en we hadden de Big4 Camping snel gevonden, waar ze een mooi plekje voor ons hadden. De auto geparkeerd en al wandeld via het strand naar Glenelg City. de zon deed weer goed zijn best maar de wind was freezing. De wandeling tegen de wind in duurde ongeveer een uurtje. Op de boulevard was het druk. Op het strand bleek het World Championship Life Rescue 2012 in volle gang te zijn. Baywatch in het echt zeg maar. Ook was er een AAA beachvolleybal kampioenschap met (schijnbaar) vrij bekende speelsters. Na met een ijsje in de hand naar al dat sportieve geweld gekeken te hebben, hebben we nog even wat boodschappen gedaan en zijn we teruggelopen naar de camping. Stoeltjes neergezet, flesje wijn opengetrokken en besproken hoe we ons tripje door de Barossa gaan maken.

Opeens kwam onze buurvrouw de camper uit en vroeg met opgetogen stem of wij nu toch ook nederlands aan het praten waren. We raakten aan de praat en haar man mengde zich even later ook in het gesprek. Het was een gepensioneerd stel dat een camper in OZ heeft en al aardig wat van Australie hebben gezien. Een halfuur later hadden we dus ruim vodoende tips voor de Barossa Valley en voor de route naar Alice Springs. Terwijl zij gingen koken, pakten wij ons gekochte pain, brie et vin erbij. Toen de wijn op was, was ook de zon onder en was het al weer aardig koud. We hebben de auto slaapklaar gemaakt en zijn nog even in de spelletjeskamer van de camping gaan zitten, daar was het lekker warm. Melin ging verhaaltjes schrijven en WJ de nieuwe Telstra (Vodafone sucks) simkaart activeren. Douchen en naar bed, truste.

19 november
Vandaag reden we naar de Barossa Vallley, een prachtig wijngebied ten Noordoosten van Adelaide. Het is eigenlijk maar een heel klein gebiedje, zo’n 50 km2, maar de bekendste en beste wijnen van Australie komen daar vandaan. De Chiraz-druif wordt er het meste verbouwd, omdat daarvoor de weersomstandigheden het beste zijn. We reden via een klein ommetje eerst naar Hahndorf, een leuk en vooral toeristisch Duits uitziend stadje wat je volgens de folders ‘niet gemist’ mag hebben. Ach, aangezien we toch tijd zat hebben… We kwamen daar iets voor de middag aan en een aantal winkeltjes zat nog dicht. Desalniettemin hebben we even lekker door de hoofdstraat geslenterd. Genoeg Kaffee und Kuchen en er zaten er al een paar op het terras aan een weizen. Wij doken een snoepwinkel in en kwamen naar buiten met 3 repen fudge (lokale specialiteit) en schoolkrijtjes (geimporteerd uit Nederland ;-) Via de andere kant van de hoofdstraat zijn we teruggelopen naar de auto.

Het was nog een klein stukje rijden naar Williamstown, waar de Barossa Valley zo’n beetje begint. Een eindje ten weste daarvan ligt de Whispering Wall. Dit is een dam van ongeveer 140 meter lang met als speciale feature dat je elkaar kunt horen als je allebei aan de andere kant staat en tegen elkaar fluistert. Heel apart. We wilden daarna uiteraard ergens bij een wijngaard een proeferijtje doen. Dat werd Jacob’s Creek, omdat we er vrij zeker van waren dat deze ook in NL wordt verkocht. We wisten ook dat ze een groot visitor center hadden en dus zouden we meteen wat meer over de streek te weten komen. Links en rechts doemden de vele wijngaarden voor ons op en het was machtig mooi om er zo slingerend doorheen te rijden (door de bochten he, niet door de alcohol). De winetasting bij Jacob’s Creek ging erg soepel en de jongens achter de bar schonken de een na de ander in en waren goed op de hoogte van de verschillende wijnen. Wij hebben 4 wijntjes geproefd en daarvan hebben we er 2 gekocht. Na de proeferij hebben we daar ook lekker gelunchd. Een groot bord met lokale lekkernijen en een bijpassend roseetje, geweldig genoten!

We reden verder naar Tanunda, waar we een camping hebben opgezocht. Nadat we de auto hadden geparkeerd werden de oogleden een beetje zwaar. Even een dutje in de stoel dus. Terwijl we eten aan het koken waren op onze gaspitjes, ontdekten we steeds meer grote zwarte mieren rond ons plekje. Naarmate het donkerder werd, werden het er ook steeds meer. Het werd zelfs zo erg dat we besloten een ander plekje te zoeken. Niet makkelijk, want het was al pikkedonker. Opeens hoorden we vanuit een boom een luid gegrom: Melin stoof weg en zei: nu moeten we zeker verhuizen! Pfff dacht WJ, maar oke, daar gingen we. Al lopend over de camping op zoek naar een andere stek zagen we nog 2 beesten lopen. Overdag hadden we al wat konijntjes gezien, maar dit waren geen konijnen! We liepen terug naar de auto, laadden alles snel in en reden naar een vrije, open plek in het midden van de camping. Hier geen mieren en ‘enge’ beesten, dachten we. We namen nog een wijntje en genoten van de warme avond en de rust om ons heen.

Al gauw kregen we de ‘enge’ beesten weer in de gaten en probeerde we te raden wat het was. Ze klommen in bomen en hadden een lange dikke staart. Volgens WJ gewoon een paar possums, volgens Melin een paar reusachtige, vleesetende monsters met rode ogen ;-) Nog geen paar minuten later kwam er een recht op ons afgelopen. Op ongeveer 3meter afstand bleef hij staan kijken en luisteren. Held als Melin is stond ze zowat op haar klapstoeltje en zei tegen WJ dat ie iets moest doen. WJ vond het wel leuk dat ze zo dichtbij kwamen ;-) Het beestje ging vanzelf weg en we konden rustig ons wijntje opdrinken. Later hebben we opgezocht wat het kon zijn, en naar alle waarschijnlijkheid zijn het dus inderdaad possums.

20 november
Het einddoel voor vandaag was Port Augusta, de laatste normale stad voordat we het Red Centre in gingen. Maar eerst  wilden we nog e.e.a. in de Barossa zien. We reden van Tanunda naar Nuriootpa. Vlak daarvoor zit Seppeltfield Road, wat bekend staat om zijn lange weg met palmbomen en daarlangs de uitgestrekte wijngaarden. Dat was zeker een erg mooi gezicht. Na een paar foto’s en filmpjes reden we verder naar Maggie Beer’s Pheasant Farm. Zij is een van TV bekende Australische kok en ze heeft een leuke bio-farm waar je ook kunt lunchen. Helaas was ze er zelf niet. Wel erg leuk om te zien, misschien iets voor ons later?

Daarna was het verder naar Angaston, waar het Yalumba Chateau lag. Melin had in de winkel een fles van ze gezien en vond het etiket zo mooi, dat ze er graag heen wilde. We besloten daar aangekomen toch ook maar een proeferijtje te doen. Na het landgoed en de wijnvaten-makerij te hebben bekeken doken we rond 11 uur ’s ochtends het proeflokaal in. Deze was erg mooi met veel donker hout en een lange bar waar je aan kon proeven. Naast hun eigen wijnen hadden ze ook nog wijnen van een andere gaard, namelijk: Heggies! Dat vonden we wel een grappige naam en die wilden we ook wel proeven. Deze had een erg lekkere Riesling en van Yalumba proefden we de Chiraz-Rose. Die hebben we allletwee gekocht en zijn verder gereden. No worries, WJ heeft netjes geproefd en niet gedronken ;-)

Een eindje verderop ligt het Kaiserstuhl Conservation Park. We hadden als tip gekregen van het NL echtpaar uit Glenelg om hier een wandelingetje te maken. Een klein rondje van ongeveer een uur en ‘prachtig!’ volgens de oudjes. Nou, binnen een halfuur waren we terug en behalve veel dode bomen en zand hadden we niet veel bijzonders gezien. Ach ja, weer even de benen gestrekt voor de lange rit naar Port Augusta. We hadden al een camping op het oog en toen we daar aankwamen was het al 19.30 uur. Er was nog genoeg plek voor ons autootje. We hebben de rose opengemaakt en zijn even rustig bijgekomen van de lange rit. Zin om te koken hadden we niet echt meer, dus water gekookt en dat in een bak met noedels gegooid, ff wachten…… Best lekker, maar vooral lekker snel.  WJ had nog niet gezegd ‘een windje zou nu best lekker zijn’ of de wind vloog ons om de oren. De noedels en rose konden nog net gered worden. Snel opeten en nog even de TV-room opzoeken. Daarvoor stonden een paar bankjes net uit de wind, waar we foto’s hebben gekeken en de rose hebben opgemaakt.