15 juni
Om 7.15 uur werden we opgehaald voor de bus naar Saigon, nu Ho Chi Minh City genaamd.Het was maar 250km, maar toch zouden we er 6 uur over doen. Dit keer geen sleeper, maar een minbus voor max. 20 personen. Hij zat niet vol, 8 man en een chauffeur. De bagage lag dus op de achterbank. De weg naar Saigon was wederom erg slecht. Dus weer al hobbelend en slingerend door de bergen en dorpjes. Tot op een gegeven moment: BAM!!!! en harde knal…. een van de koffers was met het handvat door de ruit geklapt!

De ruit lag in duizenden stukjes, maar zat nog in de sponning. De chauffeur had een telefoontje gepleegd, maar schijnbaar moest hij van de baas doorrijden. We stopten even later voor karton en plakband om het raam mee dicht te maken. Dat kostte een halfuur. Niemand gewond, dus we reden gestaag verder, nadat enkele passagiers een handtekening moesten zetten onder een door de chauffeur opgesteld ‘schadeformulier’.Het was allang 15 uur geweest en we moesten nog zeker 100 kilometer.  Onderweg kwamen we nog langs rustplekken waar allemaal hangmatten hingen. Moeten ze in NL ook doen! Hoe dichter bij Saigon hoe drukker het verkeer. Uiteindelijk om 17.30 uur kwamen we bij de eindbestemming aan, Singh Cafe. ‘Oh, we zijn gebroken!’ (a la Gerard Joling). Gelukkig was het niet ver naar het guesthouse en al lopende hadden we het binnen 10 minuten gevonden. Helaas waren ze volgeboekt, maar we konden dan voor een nachtje in het hotel van een nichtje van de eigenaar, 5 huizen verder. Hotel was wel duurder dan we gewend waren en zonder ontbijt. Dit was voor Saigon een normale prijs, maar we wilden toch proberen te onderhandelen. WJ probeerde een korting te regelen als we 4 nachten zouden blijven. Dit lukte. We kregen wel 1 dollar korting per nacht ;-) Ach ja, scheelt toch weer. We besloten de kamer te nemen, ook omdat het te warm was om nog lang verder te zoeken. Veel goedkoper zouden we het toch niet vinden. We kregen zelfgemaakte druivenlimonade, erg lekker!

Van Tim, de Amerikaanse echtgenoot van de eigenaresse van het hotel, kregen we later nog wat info over de stad en over de tours die ze voor ons konden regelen. Bagage in het andere hotel gedropt en daarna de backpackerstraat ingedoken voor eten. 1 straat voor de toeristen met restaurants, winkels, straatverkopers en heel veel Spa’s. Hier kan je kiezen tussen een gewone of een ‘relaxing’ massage, meer uitleg nodig? Iedereen spreekt redelijk engels. Ergens op een terrasje geploft, gegeten en daarna lekker het bed in. Familie Heg nog even een fijne vakantie gewesnt via de mail en daarna als een blok in slaap gevallen.

16 juni
Nadat we deze morgen de bagage in het andere hotel hadden gedropt, gingen we naar de bakker voor een broodje. Dat hebben we in het park vlak bij het hotel opgegeten. Ondertussen bepalen wat we allemaal wilden zien en doen in Saigon. Melin was nog niet wakker en had nog nergens zin in, WJ wilde koffie. Dus maar even een terrasje opgezocht. Hier kregen we een grote mok voor 1/3e gevuld met sterke koffie en een thermoskan ernaast om zelf je sterkte te bepalen. Na dit cafeineshot op weg naar het War Remnants Museum. Vandaag de stad bekijken, morgen naar de Cu Chi tunnels en markt en overmorgen naar chinatown. Het museum is niet groot, maar erg confronterend. Het is de (Noord)-vietnameze kijk op de oorlog waarvan Amerika volgens hen de aanstichter was. Vraag het een Zuid Vietnamees en die denkt er iets genuanceerder over. Tussen 12 en 14 uur zijn de meeste zaken gesloten, zo ook het museum. We hadden alles wel gezien. Doorgelopen naar het Reunification Palace. Foto gemaakt en doorgelopen naar de Notre Dame kathedraal. Van baksteen, niet heel mooi om te zien.

Ondertussen hadden we een beetje trek gekregen. We kwamen terecht bij een klein tentje met goedkoop eten. Heerlijk vietnamees gegeten: claypot pork en claypot vis. Aardige verkoopster ook. Daarna een klein stukje verder naar onze laatste bezienswaardigheid van die dag: de Ben Thanh market. Het was nog voor 2-en en het zag er niet druk uit. Het was ook veel te warm om te shoppen, dus terug  naar het hotel. WJ internetten en Melin een schoonheidsslaapje.  ’s Avonds op zoek naar goedkoop bier en een plek om de verhaaltjes te typen. Die hadden we snel gevonden en hebben daar de 1e anderhalf uur gezeten. Totdat het drukker werd en de serveerster vond dat we ergens anders moesten gaan zitten omdat we teveel ruimte innamen.Maar wij zaten prima en wilden niet weg. Niemand had last van ons en ze kon de andere stoelen gewoon gebruiken. Hoe lang we nog bezig dachten te zijn, vroeg ze. 1 uur? Melinda antwoordde: misschien nog wel de hele avond. Ze liep boos weg en kwam even later terug met de mededeling dat we maaar terugmoesten gaan naar ons hotel! Dat geloof je toch niet?!?! Melin werd echt boos en zei dat ze niet vriendelijk bezig was en dat wij bleven zitten zolang als we wilden. Daar had ze niks meer op te zeggen. Jammer genoeg waren we een beetje klaar met typen en kregen we trek, dus biertje opgedronken, betaald en wegwezen. Na een rondje door de buurt bij Pho 24 gaan zitten, war ze Pho, rijst en broodjes verkopen. Lekkere rijstnoedels met varkensvlees en pindas gegeten. Oh ja, en die lekkere zurige dressing. Iets over 10-en waren we weer terug in onze kamer. Verhaaltjes online zetten en douchen. Morgen om 8.30 uur naar de Cu Chi tunnels.

17 juni
Om 8.15 uur zouden we opgepikt worden voor de trip naar de Cu Chi tunnels. Dit zijn tunnels waar de Cu Chi Guerilla’s (noord-vietnamezen) zich verborgen hielden tijdens bombardementen. Deze Cu Chi strijders vochten dus voor de Noord-Vietnamezen (Vietcong) tegen het zuiden en tegen Amerika. Overdag werkten ze ‘gewoon’  op het land tussen de locals. Voor die tijd nog even een ontbijtje gegeten bij een tentje voor het hotel. Een bord vol mie, springrolls paksoy en pinda’s. Stevig ontbijtje dus… Bij de bakker nog een pizzabroodje en een bananencake gehaald als lunch. Rond 10.30 uur arriveerden we bij de tunnels. Tijdens de rit kregen we uitleg over de tunnels van onze gids ‘slim Jim’. Een ex-leraar engels die voor Zuid-Vietnam heeft gevochten.

We waren natuurlijk niet de enige groep bij de tunnels, dus wij  moeste hem in de gaten houden (You look the same to me, but you can easily see me). We liepen het bos in waar slim Jim ons de boobytraps liet zien en hoe de Cu Chi guerilla’s leefden en zich verborgen hielden. Je  kon ook nog met een M16 of een AK-47 schieten, maar dat was zo duur dat we dat maar hebben geskipt. Dat ging in een aardig tempo, 45 minuten later stonden we voor een van de tunnels. Deze is voor de toeristen 2x zo breed gemaakt: Kingsize tunnels for tourist, zoals Jim zei. Alsnog moesten we aardig door de knieen, en WJ helemaal. De tunnel verder naar het noorden is niet aangepast, daar moet je dus echt tijgerend doorheen (60×80 cm). Wij  hebben maar een klein stuk van de 100 meter tunnel gedaan, was krap en warm, niet echt lekker dus. tot slot kregen we een soort propagandafilm te zien van de Vietcong, want alle GI-killers werden als helden bestempeld. Om 12 uur zaten we weer in de bus terug! Op zich prima, maar ons was gezegd dat we rond 15 uur terug zouden zijn ipv 13 uur. De pizzabroodjes dus maar in het park voor het hotel opgegeten. Nog even gelopen om daarna een dutje te doen. ’s Avonds een restaurantje opgezocht. Niet zo’n in vietnamees, dus werd het italiaans. Natuurlijk wel een gok, maar de pizza van WJ en de spaghetti met kip en parmezaanse kaas van Melin smaakte prima. Nog 3 rondjes gelopen op zoek naar de supermarkt waar ze de goedkoopste deo hadden… he WJ ;-) Nog even langs de Ben Thanh nightmarket waar Melin een ‘erg leuk shirtje heeft gescoord voor weinig’ …Melin ging vroeg slapen, NL moest vanavond voetballen tegen Portugal. Dit keer is het wel gelukt om samen te kijken, maar Melinda had gezien het spel beter kunnen blijven slapen…