23 juni
Het ging allemaal soepel en snel vanochtend, dus om 6.10 uur stonden we op het treinstation. Even wat te eten gekocht voor het ontbijt en voor onderweg en om precies 7.10 uur vertrokken we. We zaten op een 4-persoonsplek en gingen achteruit, als enige van het hele treinstel. We hoorden later dat er geen local op die plek wil zitten omdat deze het dichtst bij de WC zit (stankoverlast). Dat viel gelukkig wel mee. Tegenover ons zat een hele aardige vrouw. WJ ging muziek luisteren en een boekje lezen, terwijl Melin de eerste 2 uur met Anastasia, een lerares engels, heeft gepraat.

De trein was best ok. We wilden eerst een executive boeken (airco, eten en drinken inclusief), maar deze zat dus vol. Nu in de bisnis-klasse. Een stuk goedkoper, maar ventilatoren ipv airco en geen eten. Prima te doen verder. Wel kwamen er bij elke stop allerlei verkopers in de trein met eten, koffie, speelgoed en kranten. Echt elke stop, dus een bijna continue stroom van verkopers. We hebben dus vaak onze ‘ Tidak, terima kasih’, geoefend. We hebben alleen op aanraden van Anastasia een salade gekocht: een soort gado-gado maar dan anders ;-) Die was erg lekker!

Na 8,5 uur treinen kwamen we rond 15.30 uur in Yogyakarta aan. Anastasia liep met ons mee naar de uitgang en wees ons in de richting van de Jalan Malioboro, de hoofdstraat van Yogya. Dit keer hadden we geen kamer van tevoren geboekt. Wat we konden vinden aan hostels op internet was best prijzig en we wisten dat het goedkoper kon (en ook een beetje voor het avontuur). We zijn de bekende backpackersstraat ingelopen, Jalan Sostrowijan (of zoiets). Na 2 bezichtigingen van niet al te beste kamers, kwamen we bij een guesthouse (losmen heet dat in Indonesie) met een best leuk en schoon uitziend kamertje met balkon & ontbijt voor 8 euro per nacht. We hebben hem natuurlijk genomen. Later bleek dat de wasbak buiten de badkamer doorloopt tot in de badkamer, dat de WC toch niet zo schoon was en de douche geen warm water had…. Ook is dit ons eerste onderkomen zonder WC-papier en handdoeken…maar he, dat is backpacken, toch, Melin…? ’s Avonds voor het slapen sloopten we met het ophangen van de klamboe ook nog onze ventilator en er liep een spin(netje, red.)… zucht. Het zal wel de vermoeidheid van de treinreis zijn.

Na het inchecken wilde een vriendelijke meneer van het hotel, dachten we, ons wel even laten zien waar we naartoe moesten voor een biertje, daar hadden we wel zin in. Oh ja, en de famous art-gallery en paintings, waar heel toevallig alleen nog vandaag een expositie was. Hop, daar gingen we, door de winkeltjes ergens naar boven. Kwamen we in een shop met allemaal Batik-kunst (zoek maar op). ‘Hier is een leraar die legt jullie alles uit, ik moet helaas terug naar het hotel’. Voordat we het wisten, zaten we aan een kop thee de uitleg aan te horen hoe de schilderijen gemaakt werden. Af en toe onderbroken door wat nederlandse woorden die de leraar toevallig wist… We speelden het spelletje zolang mee, totdat we tussen de schilderijen mochten kijken. We zijn  hem toen na een vriendelijke handschudding gepeerd en lieten de leraar verbouwereerd achter. Erg jammer weer… een nieuw land, nieuwe stad en gelijk word je als toerist weer meegesleurd onder valse voorwendselen om iets te kopen. Gelijk weer terug naar onze rustige straat gelopen en bij een ander hotel met buitenterras een biertje gaan drinken. Melin vond het echt niet leuk dat ze dit alweer geflikt hadden en zag het niet meer zitten. Gelukkig is WJ wat positiever en relaxter ingesteld wat dat betreft en gingen we snel op zoek naar iets te eten.

Er is nog een 2e straat in een andere buurt die als toeristenbuurt in opkomst is met meer hotels, restaurantjes en cafes dan in ‘onze’ buurt. Het was niet ver lopen, dus wilden we daar heen om ’s avonds te eten en om te kijken of we daar voor hetzelfde geld misschien een betere kamer konden krijgen. Nou, het was toch iets verder lopen dan verwacht en pas rond 21 uur zaten we ergens te eten. Teruglopen was geen optie en echt zin om nog voor een kamer te kijken hadden we ook niet meer. Bovendien was onzebuurt naar ons idee toch levendiger. Taxi terug naar het hostel dus. WC schoongemaakt, koud gedoucht, ventilator gesloopt met klamboe, ventilator weer gemaakt, klamboe ergens anders opgehangen en tanden gepoetst. Nu lekker slapen.

24 juni
We wilden op tijd ontbijten op het dakterras, maar helaas waren alle 8 plaatsen bezet ;-) Dus gingen we nog even op de kamer op het internet op zoek naar de goedkoopste tour voor de Borobudur en/of Prambanan tempel. Een halfuurtje later konden we aanschuiven voor een Indonesisch (nasi of mie goreng) of westers (omelet met toast of bananenpannekoek) ontbijt. Toen ook nog info opgezocht over tours in Yogyakarta en Bali. Ons hostel bood deze tours ook aan. We besloten vandaag de Jalan Malioboro af te struinen en bij verschillende reisbureaus te kijken voor goedkope tours naar de tempels. Malioboro is ‘de’ shoppingstreet van Yogya voor echt van alles, maar het merendeel vooral Batik en kleding met ‘I love Yogya’ of ‘I love Malioboro’ erop.

In onze straat hadden we al snel een goedkope tour gevonden voor de Borobudur, waarbij we korting kregen op de entreetickets. We zeiden niet meteen ja, maar kwamen uiteindelijk toch weer bij hem terug om te boeken. Stiekem toch her en der nog even gekeken of we nog iets van ons shoplijstje konden vinden. Melin heeft buiten het lijstje om nog wel een leuk shirtje gezien, maar uiteindelijk niet gekocht. Want ze had hem niet nodig. Sterk he! Daarna doorgelopen naar Fort Vredenburg om op een bankje in de schaduw even uit te rusten. Melin had een paar flipflops voor onder de douche gekocht en WJ een vlaggetje van Indonesie voor op zijn backpack. Er kwam al snel een man op ons af om ‘een praatje te maken’. Dat begon goed: hij had Nederlandse roots, speelde als muzikant bij een poppentheater (Wajang), speelde daar als leraar alle 38 muziekinstrumenten. We konden die avond komen kijken en zijn naam noemen om backstage alle artiesten te ontmoeten en fotograferen. Toen begon hij over de Batik Art Show…. ja hoor, daar gaan we weer. We hadden al gelezen dat het vroeger ook echt de moeite waard was en echt bijzonder, maar tegenwoordig is het een tourist-trap. Wij vertelden hem dat we al bij zo’n art gallery waren geweest. Hij keek geschrokken op en zei: jullie hebben toch niks gekocht he? Dat is de maffia-batik. Oftewel, heel duur Ook heb je de CocaCola-batik: goedkoop maar slechte kwaliteit. We hebben het gesprek afgerond en zijn langs de andere kant teruggelopen om daar bij een kraampje een lekkere soto ayam te eten.

We hebben verder niks meer van ons lijstje gevonden. Maar als je Melinda mag geloven: als ze meer geld en ruimte had gehad en er niet 10 maanden mee hoefde te slepen, was ze met tassen vol aan het eind van die straat gekomen. Er kwam nog een soort militaire optocht langs met veel uniformen, muziekbands en mannen met coole, antieke, nederlandse fietsen. We hebben een tijdje staan kijken maar hadden ondertussen al weer aardig dorst gekregen. Bij de k-mart een bietje gehaald en die heerlijk op ons balkonnetje opgedronken. Op het dakterrad nog wat verhaaltjes getypt. Ook besloten om de tour naar de Borobudur te boeken en daarna eten.

De Indo’s hier hebben meestal snel in de gaten dat we NL zijn en beginnen dan ook gebrekkig nederlands tegen je aan te kletsen. Zo ook de volgende meneer die familie in Maastricht heeft wonen. Ook wist hij waar Apeldoorn lag, jaja….Ook zei hij dat we naar de Batik Art tentoonstelling moesten. “Nee, eerst eten”. “Okee, goed mijnheer, wat wil jij?”.Sate. O, ik heb alleen sate kambing. Nee, wij willen ayam. Hij liep helemaal met ons mee voor sate ayam. Die was lekker, alleen koud. Hij hield ons in de gaten, want zodra WJ klaar was, stond hij al weer naast ons om ons de weg naar de tentoonstelling te wijzen. Ik at heel langzaam door, totdat die vent weg was gelopen en we er snel tussenuit konden knijpen. We hebben toen nog ergens een biertje gehaald en ontbijt voor morgen bij de tempel en daarna gedouched, gelezen en om 22 uur ging ’t licht uit.