4 maart
Het was koud en klam vanochtend. Het was niet zo heel ver naar Westport, dus we namen nog een klein omweggetje om aan de kust een groep zeeleeuwen te zien. Omdat er op de camping ontzettend veel zandvliegen waren, besloten we om daar niet te ontbijten. Bij Tauranga Bay hebben we ons eerste boterhammetje gegeten en zijn toen via een smal pad over de rotsen omhoog gelopen. Daar zagen we inderdaad her en der zeeleeuwen liggen. De meesten waren jonkies, mama was uit vissen. Zo krijgt ze meer kracht en meer melk voor de puppies.. of euh guppies? Het was leuk om er even naar te kijken. In Westport zelf was niet veel te beleven. Vanaf daar zijn we landinwaarts gereden, we wilden namelijk via de beroemde Hanmer Springs naar Kaikoura rijden.
Onderweg zijn we in Reefton gestopt voor koffie en brood met een dikke laag gezouten boter, jammie. We kwamen in gesprek met een Brits stel dat naast ons stond geparkeerd en ze vertelden ons dat de springs ze een beetje tegengevallen was. Het was erg toeristisch en van natuurlijke bronnen was niet echt sprake meer. Het water in de thermal baths was wel lekker, maar het waren gewoon betonnen badkuipen, niks natuurlijks aan zeg maar. We waren hierdoor natuurlijk wel een beetje teleurgesteld, maar het vooruitzicht van badderen in water tussen de 38 en 42 graden lieten we hierdoor niet verwateren ;-) Toen we wegreden van de parkeerplaats, zagen we nog een politieauto met een cameraman op de bijrijdersstoel, zal wel voor de Nieuw-Zeelandse wegmisbruikers zijn…. beetje extra gas erop dan maar, misschien komen we dan wel op tv ;-)
Rond 15 uur kwamen we na een hobbelige rit in een kreundende en steunende auto aan in Hanmer Springs, waar we eerst het infocenter zijnn binnengestapt voor campings en info over de thermen. Een camping op ongeveer 5km van het centrum was het goedkoopst en had nog plek zat. Daar hebben we de spullen in de koelkast gezet, zwemspullen bij elkaar gezocht en teruggereden naar de springs. De entreeprijs was best hoog achteraf gezien. 20 dollar p.p. en dan had je een aantal warme baden tot je beschikking.Gelukkig was het buiten het seizoen en niet zo druk, maar je kon wel duidelijk zien dat dit voor het massa-toerisme was gebouwd. Je kon voor 2 dollar zelfs erin om eve rond te kijken, vreemd. Maar toen we onszelf in zo’n warm bad lieten zakken, waren we dat allemaal al snel vergeten, wat lekker zeg. Precies wat we nodig hadden ;-)
2 uurtjes later kwamen we gerimpeld het water uit en hadden we best trek gekregen. Het regende , dus dat terrasje en dat biertje konden we op onze buik schrijven. De restaurantjes waren dicht, ongezellig of veel te duur. Dan maar fish ’n chips en een hamburger ’n chips bij een straattent, snel naar de camping sjezen en het in ons autootje gezellig maken. Biertjes hadden we nog, tartaarsaus ook en het eten smaakte prima. Het weer bleef slecht en het werd ook nog eens goed koud! WJ ging in de keuken de tablet en de batterijen voor de camera’s opladen en Melin bleef in de auto een boekje lezen. WJ kwam een tijd later terug, had in de keuken nog even staan kletsen met een Oostenrijks stel dat onze route deed maar dan andersom. Toen het donker was hebben we de auto omgebouwd en zijn we gaan slapen. Nou ja, Melin moest eerst nog haar boekje uitlezen…
5 maart
In Kaikoura kan je o.a. Walvissen spotten, het hele jaar door. Dat leek ons wel gaaf natuurlijk. Maar WJ had gisteren tijdens het opladen in de keuken van dat Oostenrijkse stel gehoord dat je alleen walvissen kon spotten als je met een boot de zee oping, dus niet vanaf de kust. Zo’n bootreisje kost behoorlijk wat en als je geen walvissen ziet, krijg je niet je geld terug maar mag je een andere dag gratis mee. Daar hadden we natuurlijk geen tijd voor. We hadden net het plan gemaakt om daar wat langer te blijven.. we hebben namelijk nog maar 3 dagen op het zuidereiland en we wisten dat we iets moesten overslaan, helaas. Eerst zouden we niet naar Abel Tasman gaan omdat dat te ver buiten de route lag, maar als we morgen doorreden naar Picton en overmorgen naar Abel Tasman NP en dan over-overmorgen weer naarde boot in Picton…. tja, dat zou kunnen.
In Kaikoura hebben we brood en pindakaas gekocht en zijn toen nog naar een uitkijkpunt doorgereden. Het water van de zee was geweldig mooi hier, eerst azuurblauw, dan smaragdgroen en in het midden diepblauw. En vrouw vroeg of we hier kwamen om walvisen te spotten en we vertelden haar het verhaal van de boten. Ze vertelde ons dat ze net met het hele gezin met dolfijnen had gezwommen. Echt een aanrader! Kostte maar 200 dollar p.p. Ze liet ons een filmpje zien op haar telefoon. Heel leuk, maar als we het geld hadden zouden we toch voor de walvissen kiezen. Na de lunch kroop Melin voor de 2e keer dit jaar achter het stuur we langs de kust van de Pacific Ocean naar Blenheim, hoofdstad van het NZ wijngebied. Daar was het weer even beraadslagen wat te doen: het was nog 27km naar Picton. Daar een camping opzoeken? We moesten nodig weer een wasje draaien namelijk. Maar daarvoor was het al te laat op de dag en bovendien zouden we er dan alleen maar slapen, dus we konden beter nog even een goedkopere DOC camping opzoeken en dan morgen naar een caravanpark.
Een paar km richting de kust zaten 2 doc’s, dus daar gingen we heen. De eerste zag er goed uit, dus daar parkeerden we de auto. Het was pas 17 uur dus we konden nog even wandelen. Er liep een wandeling van een uur heen en een uur terug naar Whites Bay, de plek waar de andere DOC zat. Even snel een mueslireep gegeten en we gingen op pad, dat kon nog mooi voor het eten. Maar de wandeling was vrij pittig. Een half uur steil omhoog en een half uur steil omlaag. En na het bekijken van het strandje en de camping dezelfde weg weer terug, pfffff. Gelukkig wisten we wat ons aan het einde van de tocht te wachten stond… een pot met goud, koud en vloeibaar, haha! Maar helaas ook een volle parkeerplaats, dat was wat minder. Een stel engelse jonge hippies met rare verhalen en vage muziek was pal naast ons komen staan. WJ ging koken, risotto met lam, lekker. Dat vrolijkte Melin wel weer een beetje op. De afwas deden we in het donker in de wasbak bij de WC’s. Geen koffie meer. WJ ging meteen naar bed. De stemming tussen ons was even net zo koud als de buitentemperatuur. De laatste dagen speelt de krappe ruimte tijdens het slapen ons parten en de behoefte aan meer ruimte wordt steeds groter. Melin bleef buiten zitten onder de sterrenhemel. Later zag ze een vallende ster en deed spontaan de wens dat we het deze laatste weken nog even met elkaar zouden volhouden ;-)