6 maart
Vandaag zouden we in een stuk doorrijden naar Nelson. Dan hadden we morgen en overmorgen voor het Abel Tasman National Park en konden we zaterdag terugrijden voor de boot van 13.10 uur naar Wellington. We waren binnen no-time in Picton, waar we toch even zijn uitgestapt om te checken waar we zaterdag op de boot moeten stappen. Het dorpje zelf was niet veel bijzonders, dus we zijn niet veel later verder gereden. Er zijn 2 routes naaer Nelson, wij besloten de pittoreske Queen Charlotte Drive te nemen langs de kust naar Havelock. Dit scheen weer een bijzonder mooie route te zijn, haarspeldbochten-galore dus ;-)  En hoewel de weg vlak langs het water en de bergen ging merkte je daar weinig van, viel ons een beetje tegen dus.

Rond 14 uur waren we in Nelson. We gingen naar de parkeerplaats van het infocenter en hebben eerst in het naastgelegen parkje een boterham gegeten. Daarna het infocenter in voor caravanparks. Melin zag een folder van een camping met dezelfde prijs als een DOC, 6 dollar dus. Het lag wat verder van het centrum, maar dat hoefden we toch niet perse te zien vandaag. De camping bleek groot, maar rustig. We hebben een mooi plekje uitgezocht en lekker relaxt genoten van de rust en de zon, het was namelijk heerlijk weer. De wasmachine hebben we 2x volgegooid, want die was de helft goedkoper dan normaal. Tegen 18 uur hebben we boodschappen gehaald. Toen we terug waren, heeft Melin een heerlijke pastasalade gemaakt met sla, komkommer, macaroni, kaas (!) kip met zongedroogde tomaat en tomaat. We hadden er nog 1 biertje bij en een beetje witte wijn en i.pp.v. koffie nog een beetje rode wijn. Ja, we weten al wat jullie denken: geen geld, maar wel allerlei wijn en bier. Restjes opmaken was het… We hebben nog even getypt en verhaaltjes geplaatst. Daarna was ook precies onze prepaid internet op.

7 maart
Na een douche van 2 minuten warm water en daarna koud a 2 dollar hebben we ontbeten en zijn we gaan rijden. WJ wilde graag naar Farewell Split, een zandstrook helemaal in het puntje van het zuidereiland, boven Abel Tasman NP. In principe was het niet ver rijden, maar met al dat geslinger door de bergen hier, zou je er wel wat langer over doen. Omdat we hadden besloten daar naartoe te rijden en in het Abel Tasman NP wilden wandelen, zou dat betekenen dat we de aankomende 2-3 dagen ook veel moesten rijden. Maar goed, we zijn hier maar een keer en het kon allemaal precies qua tijd.

Het was wederom super mooi weer. Al snel werd het dan oook goed heet. De rit richting Golden Bay en Farewell Split was erg mooi! Vanuit de bergen rijd je zo richting kust en heb je een mooi uitzicht. Bij het einde van de weg ligt Farewell Split. Dit park kan je alleen te voet in. We hebben een wndeling langs de kust gemaakt die de duinen inging en aan de andere kant van de duinen uitkwam.De wandeling was niet echt bijzonder en een beetje verspilde moeite en tijd. Na 1,5 uur waren we terug bij de auto. We hadden het erg warm en waren bezweet, dus een plons in de koele oceaan zagen we wel zitten. WJ had wel een idee waar we heen konden gaan: het kleine Tata Beach, vlakbij de ingang van Abel tasman NP aan de noord-west kant. In de auto hebben we onze zwemkleren aangetrokken en een plekje op het ‘gouden’ srand uitgezocht. Nou, verfrissend was het! Allemachtig wat was dat water koud! We warmden ons in de zon weer op voordat we weer in de auto stapten.

Bij het infocenter in Nelson hadden we ook navraag gedaan voor campings in het park en of we een speciale camping vergunning moesten hebben. Veel keus aan campings geschikt voor auto’s hadden we niet, er waren maar 2 opties. De rest lag aan verschillende wandelroutes waarvoor je de vergunning en een tent nodig had. 1 camping was aan het strand en die was het meest populair. De ander lag aan het einde van een 11km lange dirtroad boven op een berg midden in Middle Earth (Hobbit-land dus). Wij hadden besloten om daarheen te gaan. Om het maximale uit de dag te halen, haalden we geen boodschappen en zouden we noodles met brood eten. Qua benzine zou het ook net moeten kunnen allemaal…

De gravelroad was pittig. Eerst was het de lange rit de bergen in en daarna dus die gravelroad van 11km, wat meer een grote-losse-stenen road bleek te zijn. Aan het einde van de weg zat de camping, na een halfuur waren we er. Omdat hier dus een deel van LOTR is opgenomen, hadden we verwacht dat het druk zou zijn, helemaal omdat wij laat aankwamen. Maar ene paar auto’s minivans en een camper, dat was het. Het begon te schemeren en we verruilden onze beachoutfit voor lange broek, dikke trui en jas, het was heel koud daarboven. Water gekookt voor de noodles, biertje erbij en daarna zonder tandepoetsen naar bed.

8 maart
Toen we vanochtend wakker werden, scheen de zon al volop over de camping. In de auto was het nog stervenskoud, dus snel in de kleren en lekker buiten in de zon ontbijten. Vanaf de camping liepen een aantal wandelroutes, waarvan 1 naar Harwoods Hole. Dit is een schacht van 176 meter diep! Het was 3 kwartier lopen, alleen heen. Rond 10 uur gingen we op weg. Door donker bos en best fris was de route nog vrij makkelijk. We zagen en vogeltje dat niet echt bang voor ons was. We stopten en het kwam zelfs dichterbij. De rest van de weg heeft het vogeltje ons achtervolgt…. of er zaten gewoon heel veel van die nieuwsgierige vogeltjes. Later werd de route geblokkeerd door grote scherpe rotsen waar je echt overheen moest klimmen. Bij het begin van de schacht lagen nog grotere rotsen en het kostte iets meer moeite om die te bedwingen. Je kon zo ver gaan als je durfde. Vlakbij kon je een stuk de diepte in kijken. aan de andere kant van de bergen ligt de zee. Daar begint een grot die eindigt in de schacht. Best bijzonder. Onderweg terug kwamen we langs een afslag voor een uitkijkpunt. Nou, ook maar even kijken dan. Een pittige steile klim naar boven eindigend op een plateau van scheermesrotsen. Daar klommen we overheen tot de rand van de afgrond…. een prachtig uitzicht! Maar wel een beetje eng, je kon zo tussn de rotsen door naar beneden kijken, je begint dan toch wel te twijfelen aan de stertkte van die rotsen….

Om 12.30 uur waren we weer terug bij de auto. Toen was het dezelfde lange hobbeige weg naar beneden richting Marahau, de hoofdingang naar Abel Tasman NP. Vanaf daar liepen ook weer een aantal wandelroutes. We hebben de auto geparkeerd en eerst een dikke boterham met kaas, komkommer en sla gemaakt, want we hadden van al dat gewandel best trek gekregen. We hebben hier ook weer gewandeld. Er liep een route van ene halfuur naar een baai waar je kon zwemmen. Het was heerlijk weer, dus dat zwemmen zagen we wel zitten. Het water was echt koud, dus ff snel erin en weer eruit en lekker op de sarong in de zon. Later zijn we naar Motueka gereden waar we hebben getankt (we hadden nog 1 liter in de tank ofzo) en een milkshake hebben gehaald.

Omdat we morgen voor 12 uur moesten inchecken op de boot, besloten we vandaag nog een stuk terug te rijden richting Picton. Nelson lag weer op de route en omdat er verder weinig DOC campings in de buurt zaten, besloten we weer op dezelfde camping in Nelson te gaan staan. Die was prima en goedkoop en dan hoefden we niet meer te zoeken. We hebben boodschappen gedaan in Nelson en zijn toen doorgereden naar de camping. Zelfde plekje, helemaal goed. Terwijl Melin onder de douche sprong, ging WJ koken. Morgen wilden we om 9 uur wegrijden, dus vroeg naar bed.