27 februari
Brr, wat was het vannacht koud! Bij de schuifdeur zit een grote kier, dus daar moeten we toch maar iets voor gaan leggen. We hadden best moeite om uit ons warme bedje te komen, maar eenmaal buiten aan de warme koffie en chocolademelk en de zon die langzaam achter de bergen tevoorschijn kwam… heerlijk! Op ons dooie akkertje hebben we ontbeten en de boel weer ingeruimd, voor we weer terugreden naar Te Anau. Daar waren we rond 12 uur. We zijn gestoptom verhaaltjes te schrijven, salade met brood te eten en nog een rondje langs de souvenirwinkeltjes te lopen, altijd leuk. Hierna gingen we op weg naar Queenstown, een grotere stad aan het Wakatipu Lake. De weg ernaartoe was weer bijzonder mooi. De zon scheen volop en maakte de omgeving nog mooier. Aan het eind van de middag parkeerden we de auto in het centrum van Queenstown. We hadden zin in een biertje, dat hadden we al een paar dagen moeten missen. Maar het was verstandiger eerst een camping op te zoeken en dan lopend terug de stad in.
Een halfuur later hadden we een plekje op een camping, 1,5km van het centrum. Alles is daar opgebouwd uit zeecontainers, zag er erg leuk uit. Omdat we best honger hadden, zijn we eerst boodschappen gaan doen om op de camping te koken, we zouden dan vanavond de stad ingaan voor een biertje. Ondertussen dat we aan het genieten waren van de gekochte nootjes en biertjes, zette Melin de aardappels op. Lekker met linzen, spek, champignons en tomaat. Snel de afwas en opfrissen en op naar de stad. Alleen niet meer voor een biertje, maar voor een ijsje hadden we samen bedacht.
Het centrum zat ook hier vol met souvenirswinkels en reisbureaus voor bungyjumpen, skydiven, jetboatrides en wat voor een extreme sports al niet meer. Nou, het enige wat wij hier een extreme sport vinden, is fietsen! Onderweg zijn we er al een aantal tegengekomen, die met volle bepakking berg op berg af fietsen, respect! We hebben nog even in de haven op een bankje zitten kijken en zijn daarna op zoek gegaan naar de ijscoboer. Daar werden we in het nederands geholpen door een meisje. Vooral het limoncello-ijs van WJ was erg lekker. Tegen 10-en waren we terug bij de auto en gingen we tandenpoetsen en doken we ons nest in.
28 februari
Gisteren hadden we al besloten om nog een dag langer in Queenstown te blijven. Er was veel te doen en te zien. Eerst hebben we ontbeten en tot 13 uur verhaaltjes getypt. Ook hebben we onze camper voor in de USA geboekt! We hebben een iets grotere uitgezocht dan we nu hebben… Het centrum was ongeveer 20 minuten lopen. Alle attracties waren duurder dan we hadden verwacht. WJ wilde graag in een jetboat, maar dat was meer dan 100 dollar voor een halfuur, dan maar niet. De goedkoopste attractie was met de kabelbaan omhoog de berg op, waar je kon rodelen, mountainbiken, wandelen of gewoon van het uitzicht genieten. We waren blij dat we dit gekozen hadden. We rijden de hele tijd tussen de bergen door, maar nu stonden we er bovenop, het uitzicht was schitterend! Queenstown, Frankton, het Wakatipu Meer en The Remarkables (een bergketen) waren van bovenaf goed te zien. We hebben een rondje gewandeld, rond 16.30 uur waren we weer beneden.
Omdat we gisteren het biertje in de stad hadden overgeslagen, besloten we dat nu te doen. Het was heerlijk terrasweer. Later zijn we nog even bij het infocentrum binnengestapt om te vragen hoe het zit met het op eigen gelegenheid bezoeken van de Lord Of The Rings filmlocaties. Maar het was er erg druk, dus we zouden het zelf wel uitzoeken op internet. We liepen als laatste nog een klein winkelcentrum in, waar Melin eindelijk na de hele wereld te hebben afgezocht in een hippiewinkeltje haar gewilde oorbellen vond. Ze wilde Nikky al mailen waar ze die van haar had gehaald, maar dat was niet meer nodig. OP de weg terug naar de camping hebben we boodschappen gehaald. Eerst even gezeten en toen eten gekookt. We hebben nog best lang buiten gezeten met koffie en warme chocolademelk, heerlijk op zo’n frisse avond. In bed hebben we nog even de foto’s gekeken van afgelopen dagen en daarna zijn we lekker gaan slapen.