15 maart
Vanaf deze camping liep er een wandeling naar de Wentworth Falls. Een route van 1 uur en een kwartier heen. Het was prima weer en we hadden we zin in een ochtendwandelingetje. De route was voor een groot deel omhoog klimmen en we raakten aardig aan het zweten. Maar na 40 minuten waren we al bij de waterval, flink doorgestapt dus. De terugweg ging nog sneller, dat was bergaf. Minder inspannend dan we gedacht en gehoopt hadden. Vandaag zouden we via de Pacific Coast Tourist Route het hele Coromandel Peninsula rondrijden, vrijwel helemaal langs de kust.

Onze eerste stop was Hot Water Beach. Dit strand staat bekend om zijn warmwater bronnen onder het zand. Je kon er een schep huren en zo je eigen ‘bad’ graven op het strand, 2 uur voor hoog water. De kuil loopt dan vol en je kunt badderen. Het water sijpelt door richting de kern van de aarde, wordt daar verwarmd en komt daardoor weer omhoog. Net toen wij er waren, liep de parkeerplaats vol met mensen met schepjes die en gat gingen graven. Wij hebben dat niet gedaan, we zagen het niet zitten om met 30 graden een gat te graven en daarna in een bad van 60 graden te gaan zitten. De rest van de route zijn we nog een paar keer gestopt voor een foto.

In Thames hebben we boodschappen gedaan en zijn toen doorgereden naar een camping. De camping in het plaatsje Miranda (echt waar) was helaas alleen voor self-contained vehicles (dus met eigen toilet en vuilwateropvang). Jammer, want het was een erg mooie plek. We kwamen daarna terecht in het Tapapakanga Regional Park, waar we konden kiezen tussen een camping aan de zee of op een berg. We kozen voor het laatste. Een groot open veld waar nog twee andere gezinnetjes stonden, verder niemand. Deze regionale parken zijn in beheer van de council van Auckland en hebben bijna allemaal een boerderij of iets dergelijks, zodat de ‘stadskinderen’ in het weekend tijdens het kamperen iets leren over de natuur. Het systeem op deze regionale campings is anders dan bij de DOC campings en wij wisten niet precies hoe het werkte. WJ vroeg het aan een man en die zei dat morgen de Ranger wel geld zou komen innen. Ok, prima.

We hadden trek, dus Melin ging aan de slag met de nasi met garnalen en WJ ging foto’s maken vanaf het uitzichtpunt iets verderop. ’s Avonds hebben we nog even buiten gezeten met koffie en chocola, daarna rap naar bed.

16 maart
Vanochtend was het bewolkt en hadden we niet echt zicht op de zee en de bergen. We zaten net aan het ontbijt toen de ranger aankwam in zijn jeep. We zeiden netjes dat we nog niet betaald hadden. Geen probleem, alsnog even alles invullen en 12 dollar p.p. aftikken. We vroegen hoe het precies in zijn werk ging. Hij vertelde dat er bij de strandcamping een huisje staat met een telefoon. Met die telefoon kon je alleen naar een bepaald nummer bellen, vertellen waar je staat en dan krijg je een code voor het slot om het hek. Gisteren was dat slot open en konden wij gewoon doorrijden. De ranger vond het al vreemd dat we zo ver waren gekomen zonder te bellen en gaf ons alsnog de code.

We zaten een beetje te dubben waar we naartoe zouden gaan. We hadden nog 2 dagen voordat we maandagochtend de auto moesten inleveren. Sowieso konden we nog een stuk de punt boven Auckland inrijden. The Bay Of Islands zouden we dan net kunnen redden. Hopen op goed weer de laatste dagen zodat we af en toe de zee in kunnen. Vanuit de folders en boekjes die we hadden verzameld zochten we een plek uit waarvan we dachten dat er het meeste te beleven zou zijn en wat midden in de Bay of Islands lag, Paihia. De route daar naartoe ging dwars door Auckland. Het weer was slecht begonnen deze ochtend en het werd eigenlijk alleen maar slechter. Daar ging ons laatste-2-dagen-strand-idee. Maar we besloten gewoon door te rijden, we zien wel waar het schip strand.

De route liep vooral door weilanden en heuvelachtig gebied met veel koeien en schapen. Bij Paihia waren geen DOC campings in de buurt, dus gingen we op zoek naar een caravanpark. We vonden er een voor 15 dollar p.p.p.n., tussen de olijfbomen. Een hele aardige man sprak ons al aan voordat we goed en wel de auto uit waren. Hij zei dat we overal konden gaan staan en liet ons vol trots het gloednieuwe douche- en toilethok zien. We mochten appels plukken uit de appelbomen op het land. Nadat we een plekkie gevonden hadden, zijn we lopend terug richting het kleine centrum gelopen. Een wandelingetje van 15 minuten langs het strand. Het was af en toe droog en er stond een stevige wind. Na het rondje centrum hebben we een terrasje opgezocht waar het bier in de aanbieding was ;-) Niet veel later hoorden we in een keer een hoop geschreeuw… er bleek een groep Maori de traditionele Haka-dans te vertonen op straat. Dat gaat dus gepaard met veel geschreeuw, gekke bekken, gezang, dans en stokken en bollen aan touwtjes die ze tegen elkaar aan slingeren.

Vlakbij de camping zit een supermarkt waar we boodschappen hebben gedaan. WJ ging ff checken voor internet, maar helaas. De man was zo aaardig dat we even op de kantoor-PC onze e-mail mochten checken. Melin was druk bezig met de macaroni, toen bleek dat we geen saus meer in de voorraad hadden. We waren er stellig van overtuigd geweest van wel. WJ mocht dus nog even terug naar de supermarkt. Na het eten deed WJ nog een bakkie, Melin sloeg deze over, ze zat zo vol. Het werd steeds kouder en onaangenamer buiten, zodat we snel onze slaapzak in zijn gekropen.