21 december
Vanochtend was het weer bewolkt. We waren weer vroeg op weg. Voor vandaag hadden we niet helemaal een einddoel voor ogen, als hetmaar wel gratis was. In Merriwa hebben we koffie gedronken met een erg lekker plakje frambozen-perencake. Na een toiletstop zijn we doorgereden naar Denman, een heel klein plaatsje dichtbij het Wollemi National Park en de Hunter Valley, een bekende wijnstreek. Misschien hadden ze dus wel wat info over wandelroutes en kampeerplekken. De vrouw bij het infocenter/postkantoor/bibliotheek vroeg of ze ons ergens mee kon helpen. Melin zei dat we wandelroutes zochten in de buurt. Ze vroeg meteen of wij nederlanders waren. Euhh, ja, zeiden we enigszins verbaasd. Deze 64 jarige vertelde dat ze in Assen was geboren en op haar 2-en-een-half naar Australie was verhuisd met haar ouders. Die praatten thuis altijd nederlands, vandaar dat zij ook aardig nederlands kon spreken.
Ze kon ons niet veel vertellen over wandelroutes, maar wel dat er net buiten de stad een lookout was. We besloten daar een kijkje te gaan nemen, alwas ons ook verteld dat de lookout officieel niet meer open was. De auto moesten we onderaan laten staan, want de weg naar boven was te slecht. En steil kwamen we later achter! Een beste klim dus, maar wel een redelijk mooi uitzicht, ondanks de mist. Naar beneden was ook weer lekker voor de beenspiertjes ;-) Hierna zijn we naar Muswellbrook doorgereden, waar we op een parkeerplaats hebben gelunchd. In Denman hadden we een mooie kaart gekregen met de Hunter Heritage Drive, een route over voornamelijk onverharde wegen door de bergen en dalen in het noorden van de Hunter Valley. Het leek ons een mooie route en er zaten wat campingspots. In Scone hebben we boodschappen gehaald voor het avondeten en een flesje witte wijn uit de Hunter Valley natuurlijk, voor in en bij de risotto vanavond.
De eerste plek was nog een best eindje rijden. De weg was redelijk makkelijk te doen voor The Hulk. Hoe hoger we kwamen, hoe mooier het uitzicht. Glooiende bergen met koeien, schuurtjes en windmolens. Nadat we The Dingogate voorbij waren reden we zo een diep,vochtig en mistig regenwoud in. The dingogate is een groot hek om wilde honden tegen te houden om in de weilanden te gaan jagen, maar ze konden er zo onderdoor kruipen. De weg ging hobbelend verder en het werd steeds mistiger. We kwamen bij de grote campingplek, maar er was niemand. Ook bleek dat deze plek 10 dollar per persoon per nacht kostte, een beetje te duur voor een gratis plek dus. Voor dat geld wilden we toch tenminste een douche hebben! We hebben een tijdje stilgestaan over wat te doen. Er zat nog een kampeerplek in de buurt, maar die zou hoogstwaarschijnlijk ook betaald zijn. Vanaf deze plek liep een wandelroute van 40 minuten, maar het was koud en nat en waarschijnlijk kon je niks zien door de mist. Toen we weg wilden rijden bleek ook nog eens dat we een wieldop waren verloren op de onverharde weg hier naartoe :( We reden door naar de Devils Hole, een lookout met een heel erg mistig uitzicht. Het schijnt er een paar honderd meter recht naar beneden te lopen. De campingplek was 5 dollar, daar stonden wel wat mensen. Toch zagen we het niet zo zitten en besloten door te rijden.
Volgens het boek was er een gratis plek net buiten het Barring Tops National Park waarin we nu reden. Het was nog wel een eindje rijden en op de weg met dit zicht ging het niet echt snel, je kon nog geen 10 meter voor je zien. Uiteindelijk kregen we verharde weg en niet veel later vonden we de bewuste plek. Een stuk open grasveld met WC-hokje, bankjes en vuurplaatsen. Er stond wederom niemand, dus we parkeerden de auto naast een overdekt picknick-bankje met tafeltje. Lange broek en trui aan tegen de kou en de muggen en toen ging WJ aan de slag met de risotto. Melin deed de wijn voorproeven ;-) De risotto met spinazie, paddoś en stukje vlees was heerlijk! Dit recept komt zeker in ons bush-kookboek. De spinazie hadden we gisteren voor weinig gekocht als koelelementen, haha! Na het eten hebben we de auto omgebouwd, in het donker de tanden gepoetst en de auto in.
22 december
Een paar km terug vanaf onze overnachtingsplek was een looproute. Het heette de Hidden Treasure Walk en ging langs een oude mijn. Er waren zo veel vliegen op de plek waar we hadden geslapen, dat we snel de spullen inpakten en bij de start van de wandelroute gingen ontbijten. na het ontbijt gingen we aan de wandel. De route van de mijn was maar 3.3 km, maar er was nog een rondje van 5.5 km. We liepen eerst richting de mijn en zouden daar kijken of we nog zin hadden en de langere route. We waren al na een halfuur bij de mijn. De omgeving was erg mooi en Melin haalde WJ over om de andere route er nog bij aan te plakken. Nou, het eerste uur was alleen maar bergop. En steil dat het was! Zwetend en puffend stonden we boven, dachten we. Maar het was een stukje plat gevolgd door een nog steilere klim. Eindelijk begon de afdaling, pff, wat kan dat toch een fijn gevoel zijn. 2,5 uur nadat we de route waren begonnen kwamen we weer bij de auto. We hadden op zich best lekker gelopen en we hadden onze beweging voor vandaag ook weer gehad.
We waren bezweet en vies (5 dagen niet douchen) en hadden echt zin in een beetje afkoeling. Een paar km verderop lag Gloucester. We zagen bij het binnenrijden van de stad meteen al een zwembad, jeeh! Natuurlijk eerst even naar de info voor de gratis plekken in de buurt, want we waren vastbesloten om ons doel van 7 dagen achtereen gratis kamperen te gaan halen. Een oude vriendelijke dame had 2 opties, maar die waren niet gratis. Toen snel naar het zwembad, waar we lekker konden afkoelen, zonnebaden en douchen niet te vergeten! Bij de auto nog even een boterhammetje gegeten en het wegenboek erbij gepakt. We hebben onze watertanks gevuld met gefilterd water. Op een aantal plekken in Australie zie je deze tapppunten die zijn bedoeld om het hergebruik van plastic waterflessen te bevorderen. Hierna hebben we boodschappen gedaan en een paar koude biertjes gehaald.
We reden noordwaarts over de Thunderbolts Way. Aan deze weg lagen 2 gratis plekken waar je mocht overnachten. De eerste waren we al voorbij voor we het wisten, dus zijn we dooorgereden naar de 2e. Die lag iets verderop in het rivierdal. Een steile weg naar beneden naar een mooi kampeerterrein langs de rivier met bomen, toiletten en een aantal andere kampeerders. Er was genoeg ruimte, dus we parkeerden de auto tussen wat bomen in de schaduw. Biertje erbij, chipje erbij. Het was nog spannend of we het ei-met-tomaat-en-champignons-prutje voor het avondeten warm zouden krijgen, want het gas bleek bijna op. Het ging net goed, dus lekker gegeten.
Er was voldoende ruimte op het kampeerterrein, maar toch kwam er een man met zijn zoontje vlak naast ons staan. Er sprong een klein hondje uit de auto. Wij hoorden pa zoonlief van alles vertellen over de natuur, wat hij moest doen, en dat ze eerst hout moesten zoeken. Er zat een grote vuurplaats vlakbij onze auto en daar wilde paps dus een groot vuur stoken. Zucht. Even later kwamen ze terug met een grote boom. Het werd al donker en we zaten net aan de koffie, toen de man naar ons toe kwam met 2 biertjes. ‘Hier, voor jullie. Het enige Aussie bier zonder toevoegingen’. Hij vertelde ook dat later het vuur nog aanging. Met andere woorden, of we er later bij kwamen zitten. Wij waren best moe en zagen een lange avond met gesprekken met deze Greenie over moeder natuur niet zo zitten. We hadden namelijk al snel in de gaten dat dit dit een boomknuffelende, wiet-rokende hippie was die geloofde in allerlei complottheorieen van de regering. Voor de lezers die Dharma & Greg kennen: Larry Finkelstein himself. Voor de vorm dronken wij samen 1 biertje op bij de auto. Nog voordat het vuur brandde, bedankten we hem voor het biertje en wensten hem welterusten. We lagen net in de auto toen de man uit volle borst begon te zingen, met een biertje bij het vuur. Zoonlief deed een spelletje op de tablet.
23 december
We raakten toch nog aan de praat met buurman Larry. Zijn grappige hondje kwam steeds bij ons buurten en hij kwam haar steeds terughalen. Ook had hij in de boom naast hun tent en dus naast onze auto een vers web gevonden van de dodelijke funnelwebspider (zie foto’s), gelukkig was de spin zelf nergens te bekennen, brrrr. Hij had een duidelijke mening over de regering, ingespoten vlees, zonnebrandcreme en het veranderen van de wereld, zowel door het toedoen van de mens als het veranderen van het klimaat. Echt een oude hippie, maar het was best interessant om hem te horen praten. Hij had nog wat tips waar we heen konden gaan in de buurt. We namen afscheid, maar even later kwam hij terug met een soort hondenkruid en een stukje kwarts. Het kruid was om slechte mensen weg te houden en het stuk kwarts bracht geluk. Daarna gingen we nog even wat verhaaltjes schrijven voordat we verder gingen. Larry had verteld over vogelbekdieren in de rivier iets verderop. Helaas hebben we ze niet kunnen vinden.
Het eerste doel van vandaag was terug naar Gloucester voor benzine en het bijvullen van de gasfles. Bij het caravan park achter het zwembad hebben we de fles bij laten vullen en hebben we nog een doosje van de beste eieren van Gloucester gekocht. Het was alweer erg heet en we dachten eraan om vandaag toch eindelijk maar richting de kust te rijden. Via een mooie bergweg kwamen we in Taree. Bij het infocenter vroegen we naar gratis plekken in de buurt en waar we het beste heen konden voor het strand. Het was wederom weer een erg aardige vrouw die ons hielp. Helemaal toen we vertelden dat we nog 1 nacht hadden te gaan in onze 7-nachten-gratis reeks. Ze had ons zelfd bij haar thuis willen uitnodigen, maar ze woonde een halfuur noordwaarts en wij wilden zuidwaarts. Ze gaf toch haar naam en telefoonnummer voor het geval we na oud en nieuw weer in de buurt waren. Aardig he?
Een halfuur later stonden we weer buiten met een tas vol folders en e en plek om te overnachten. Het strand lag op 13km van Taree vandaan in Old Bar. Daar aangekomen hebben we eerst wat gegeten en zijn daarna op het strand gaan liggen. Het waaide behoorlijk hard en we werden dus zo nu en dan flink gezandstraald. Echt lang hebben we het daar niet uitgehouden. Even afgespoeld onder de douche en in Taree bodschappen gedaan. Daarna gingen we op zoek naar de gratis plek in Windham. Toen we de plek hadden gevonden, stond er en hek voor…. niet weer! Bij de parkeerplaats stond een bord: verboden te kamperen. Potverdorie! We reden naar een informatiebord om te kijken of er iets over kamperen op stond, maar dat ging alleen over de naturewalk door het bos. Het was maar een route van 30 minuten en aangezien we er toch waren konden we net zo goed die route even lopen. Hele hoge dikke bomen en heeel veel vleermuizen. Ook liepen er een aantal kalkoenen rond, die hadden zich hier verstopt vanwege kerstmis denken we.
Terug in de auto keken we maar weer in ons boek voor een gratis plek. Er waren 2 opties redelijk in de buurt. Een halfuur later bleek de eerste plek alleen een picknick-area te zijn en geen kampeerplek. Stond dus verkeerd in het boek, zucht. Weer terug over de 4km dirtroad naar de andere plek die hopelijk wel goed was, want het was al bijna 19 uur en we hadden pannenkoeken op het menu staan. Weer een halfuur later zagen we tot onze opluchting dat er op deze (mooie) plek in een National Park al meer caravans en tentjes stonden. Snel een plekje gezocht en bakken maar! In het halfdonker hebben we gegeten en een biertje gedronken. Verderop brandde een groot vuur van een paar duitsers en de maan was zo fel dat we nog maar even buiten bleven zitten. WJ nam nog een bakje koffie en daarna gingen we tandenpoetsen en naar bed.
24 december
Vanochtend deden we lekker rustig aan. We stonden vol in de zon, dus we verplaatsten eerst de auto. Tegen de tijd dat we aan het ontbijt zaten, waren de Duitsers ook wakker en zetten een kerstcd-tje op. Gezellig hoor, het Coca Colanr. klonk hard over de camping. Ondertussen spitte we de folders door en bestudeerden de kaart. Nadat ik nog wat verhaaltjes had bijgeschreven, gingen we weer op pad.
We waren net op weg toen we in een fuik van de politie reden. Blaastest….naja blazen…WJ moest tot 10 tellen in de richting van een apparaatje. Alles was oke, dus we konden door. We reden naar Toncurry/Forster. Eigenlijk 2 plaatsen op zich, maar ze lagen tegen elkaar aan. Erg mooi gelegen langs de zee en aan de andere kant het Walkismeer. Bij het infocenter weer gevraagd naar gratis plekken in de buurt, we zouden het nog even volhouden. Hij zei dat er in de buurt niks gratis was en dat heel waarschijnlijk de meeste campings vol zouden zitten vanwege de zomervakantie.We konden het het beste proberen bij de campings aan het Myall Lake, een groot meer richting het zuiden. Daar omheen lag een National Park waar je 7 dollar pp betaalde + 7 dollar voor je auto. Het was in elk geval goedkoper dan de 50 dollar die je voor een normale camping betaalde. Vlakbij Forster lag nog een uitkijk vanaf Cape Hawke. Daar hebben we even uitgekeken over de stad en de zee en hebben we een broodje gegeten.
Daarna zijn we helemaal langs de kust gereden om vervolgens weer landinwaarts bovenlangs het Myall Lake naar Bulahdelah te gaan. We konden niet helemaal langs de kust, want dat deel van het National Park was alleen een wandelroute. De eerste natuurcamping zat al helemaal vol. Er zat er nog een, vlak voor de veerpont over het meer naar het andere deel van het park. Het was een gewone camping met WC’s en douches. We dachten dat het wel een dure zou zijn, maar we gingen toch even vragen. We vroegen of ze nog een plekje hadden en hoeveel dat zou kosten per nacht. Ze hadden nog plek en een powered site was 50 dollar per nacht. Slik, dat was teveel. ‘Oh nee’, zei ze daarna, ‘dat is pas de prijs vanaf kerstmis, nu is het nog 23 dollar!’. Kijk dat was beter. En ook nog goedkoper dan een natuurcamping aan de overkant want daar kwam ook nog 5 dollar veerbootkosten bij. Ons plekje op het Myall Eco Resort lag helemaal in de zon, dus we parkeerden de auto tijdelijk even een plekje verder. Later zouden we hem wel verplaatsen.
We hadden een krantje gekocht en lazen deze met een biertje in de hand in een keer uit. Melin ging lekker in het gras een dutje doen en WJ ging met zijn telefoon aan de slag. Toen we op ons eigen plekje stonden, ging WJ in de auto pitten, hij had hoofdpijn. Melin ging dan maar even lezen. Opeens klonk er een hoop herrie en een zware stem zei: Ho Ho Ho! Daar kwamen de kerstman en kerstvrouw aangereden op zo’n golfkarretje en mocht Melin een graai doen in een zak met chocolaatjes. Erg leuk! WJ had hevige koppijn en bleef liggen terwijl Melin eten ging maken. Na het eten ging het niet veel beter en kroop hij weer de auto in. Melin deed de afwas en bleef nog een uurtje buiten zitten. Yes, dacht WJ. Toch gelukt.