7 december
Ook vandaag gingen de eerste 270km langs dezelfde weg als op de heenweg naar het noorden. Bij Daly Waters gingen we oostwaards richting Burroloola. Wat daar te doen was wisten we nog niet, maar we wilden graag een andere weg terugrijden naar Sydney. Vanaf Tennant Creek gaat de ‘gewone’ snelweg richting oostkust. De weg naar Buroloola was niet al te best en maar 1 rijbaan voor 2 richtingen! Goed opletten dus. Niet dat er veel verkeer was, maar als er zo’n roadtrain op je afkomt wil je wel op tijd aan de kant gaan. Wel waren er veel loslopende koeien en kangeroes. De weg was lang, erg lang. Toch weer ander landschap dan we al gezien hadden en een eindeloze horizon. Buroloola zou voor vandaag toch iets te ver worden, dus we besloten 100km ervoor in Cape Crawford te overnachten. Een pub, supermarkt, restaurant, motel en caravan park ineen: het Heartbreak Hotel. De eigenaresse sprak iedereen aan met Hun of Honey en was erg aardig. De toiletten waren voor ‘Elvis’ en ‘Priscilla’.

Een halve kudde koeien had zich verzameld op de kampeerplek, dus we wisten even niet waar we moesten gaan staan. Na een paar minuten kijken naar wie en wat we waren gingen de koeien aan de wandel en konden wij een plekje uitzoeken. WJ ging de risotto voorbereiden en Melin ging kijken of de bar al open was. Lekker eten met een koud biertje en een zinderende hitte zo laat nog op de avond. Pfff, kan die fohn uit? We hadden echt geen zin om de auto in te gaan en bleven zo lang mogelijk buiten zitten. Maar om 21.15 uur vielen de ogen dicht ;-) De wind werd gelukkig wat koeler. WJ spande de klamboe over de achterklep zodat deze weer open kon blijven staan. Truste!

8 december
Echt koel is het toch niet geworden vannacht en we hebben daardoor niet heel lekker kunnen slapen. Na het ontbijt zaten we rond 9.15 uur weer in de auto. We hadden besloten niet door te rijden naar Buroloola. Waarschijnlijk was daar voor ons niets te zien en te beleven en om daar nou 2 x 100km voor om te rijden, nee. In plaats daarvan reden we 370km naar beneden via de Tablelands Highway richting de Barkly Homestead. Het uitzicht bestond uit: lang geel gras, groene bomen, afgebrandde stukken land, dode koeien en kangeroes, maar gelukkig ook veel levende. Een paar keer stonden we middenin een kudde stil en konden we geen kant op. Barkly Homestead was weer een ‘alles in 1 dorpje’. We hebben er getankt en geluncht en zijn toen verder richting het oosten gereden over de Barkly Highway.

Net over de grens met Queensland ligt Camooweal. Daar hebben we een paprika gekocht voor bij de rijst en de saus en zijn naar de enige camping in de buurt gereden. Eerst nog even naar de pub voor een koud biertje en die bij de auto opgedronken. Geen sigaretje, doet WJ al 4 dagen niet meer en Melin kan haar laatste niet meer herinneren. Tja, een pakje kost hier 20 dollar/16 euro!

9 december
Na een lekkere nacht met redelijk wat wind, een lekkere douche en ontbijtje ging de reis verder naar Mt. Isa. Daar aangekomen zijn we eerst naar het Infocenter gereden. We hadden nl. geen idee of en waar er nog iets bijzonders was te zien in de outback van Queensland. Een paar minuten later liepen we met wat boekjes en info de deur uit. Vlakbij zat een uitkijkpunt met zicht op de stad en de mijn (waar de regio bekend om staat). Onze koelbox is niet zo heel groot en we staan niet altijd op een camping met koelkast en vanavond hadden we een parkeerplaats langs de weg in de planning, dus we konden niet zoveel koud houden. Het duurde even voordat we een plekje hadden gevonden om een boterham te eten en de boekjes te bestuderen. De route verder zou worden: via de Mathilda Highway naar het zuiden tot aan Bourke. Op de route lagen verschillende dorpjes met allerlei bezienswaardigheden, voornamelijk vergane glorie.

Vlakbij Mt. Isa ligt Lake Moondarra, waar we even hebben gezeten en verhaaltjes hebben getypt. Daarna naar Cloncurry. Onze gratis overnachtingsplek lag precies tussen Mt. Isa en Cloncurry in. De plek was best oke en redelijk groot met toiletten. Er stond nog een auto en later zouden er nog een paar bij komen, dus we stonden zeker niet alleen. Weer even gereleaxt met chips en ranja en verhaaltjes getypt. We waren weer een halfuur vooruit in tijd gegaan, dus dat betekende een halfuurtje langer licht. We hadden kip en couscous op het menu staan, maar Melin had ruzie met de kip, die wilde niet echt gaar worden. In het stikdonker met alleen een citronellakaarsje en een zaklamp hebben we gekookt en gegeten. Er zaten echt heel veel vliegen, motten en andere insecten. Snel alles afgespoeld om daarna de auto in de duiken. Het was weer eens bloedheet, dus een lange nacht te gaan. Geen zuchtje wind te bekennen…

10 december
Oww, we zijn gebrokuh! Veel liggen woelen en zweten. Vlakbij lag een Natuurpark waar we wilden ontbijten. Helaas stond er een groot hek voor, gesloten vanwege blauwalg, en zijn we maar doorgereden richting Cloncurry. Bij Cloncurry lag een groot meer waar we rustig hebben ontbeten. We waren zo duf en moe dat we de auto weer naar slaapstand hebben verbowud en nog een uurtje de doppen hebben dichtgedaan. Vandaag misschien maar een rustdagje houden? In Cloncurry zaten 3 campings die we allemaal zijn langsgereden, maar het was allemaal niet wat en in het dorp was verder ook niets te doen. Doorrijden dan maar weer. Onderweg kwamen we nog langs 2 andere dorpjes waar niks noppes nada te beleven viel. Alle dorpjes hebben een rijke geschiedenis, in verband met: Qantas, WOII of een ander evenement. Daaromheen zijn musea gebouwd en omgetoverd tot toeritische attracties.

In Winton besloten we toch te stoppen voor de nacht. Het was eind van de middag en we hadden het wel even gehad met autorijden. We vonden een rustige camping waar we in de stromende regen de auto parkeerden. Onder een afdakje hebben we de boeken er maar weer bijgepakt en een koude cola. Eerst de afwas van gisteravond nog gedaan en daarna de pannen weer viesgemaakt voor het avondeten. Het was een lekkere avond en we hebben lang buiten gezeten aan de koffie. Voor eht slapengaan even lekker gedoucht en met blote voeten naar bed. De klep met klamboe was weer open. Helaas ging het later hard waaien en regenen, dus moest de klep dicht. ’s Nachts hield het op en kon de frisse wind gelukkig weer door de auto waaien.

11 december
Ha, lekker geslapen vannacht. Alleen de wind was gebleven en het waaide aardig hard. Onze eerste stop van vandaag was Longreach. Daar zit het Qantas Founders Museum en dat leek WJ wel interessant. Maar eerst moesten we nog even langs de ‘Musical Fence’, een hekwerk waar je echt op kon gitaarspelen. We konden in Longreach het museum niet meteen vinden, dus even naar het infocenter. Het bleek een stukje buiten het, overigens gezellig uitziende, dorp te liggen. We reden er doorheen en hebben bij de lokale campingwinkel een nieuwe campinglamp gekocht. Het Qantas museum bleek 21 dollar entree te vragen. Dat was wat veel, helemaal omdat de oude hangar en de vliegtuigen gewoon gratis te zien waren. 30km verderop ligt Ilfracombe. Daar zou een zwembad met spa zitten, gratis! Maar eenmaal daar bleek deze pas om 15.30 uur open te gaan. Flink balen, we hadden de zwembroek al aan en zin in een duik, maar het was pas 13 uur. In Barcaldine zijn we even gestopt om de Tree Of Knowledge te bekijken. Een dooie boom waar ze een mooi monument van hebben gemaakt. De kennisboom staat symbool voor de staking in 1891 die tot de oprichting tot de Australian Labour Party heeft geleid.

In Blackall, 100km verder, was er ook een mineral spa met 50meter zwembad. Die was gelukkig wel open voor 3 dollar p.p. hebben we even lekker gezwommen. Vandaag wilden we weer op zoek naar een gratis overnachting. We hadden er al een paar gezien in ons kampeerboek, maar eerst een boodschappen doen. De eerste 2 plekken waren niet goed bevonden, maar de derde was (natuurlijk) scheepsrecht. We moesten ook wel, want het werd al laat. Lekker soep en een kaasbroodje gegeten en Melin ging verhaaltjes schrijven. Toen het te hard begon te waaien dook zebij WJ de auto in waar hij bezig was met verhaaltjes typen. Wat een productie he, truste.

12 december
Vannacht gelukkig geen last gehad van de passerende vrachtwagens en dus best lekker geslapen. Na het ontbijt gingen we tandenpoetsen bij het toiletgebouwtje en ontdekten daar een stroom van miljoenen pissenbedden! Snel wegwezen dus. De Matilda Highway ging door Tambo en Augathella richting Charleville, een groter stadje waar het Cosmoscenter zat. We waren toch wel en beetje nieuwsgierig geworden naar de melkweg omdat je die hier met het blote oog zou kunnen zien, dus we wilden wel even kijken bij het center.

Ook zat er volgens een boekje een camping met gratis draadloos internet in de stad. Dit klopte inderdaad en we werden vriendelijk ontvangen door de eigenaresse. Ze gaf ons een plek dichtbij hun huis voor de beste ontvangst, zodat we snel foto’s konden uploaden. Ze hadden een lieve zwarte labrador van een jaar, Chico genaamd. We mochten alles met hem doen behalve eten geven, hij was een beetje te zwaar namelijk. We gingen met de foto’s aan de gang en hielden ondertussen Chico in beweging. Lekker een wasje gedraaid, boodschappen gedaan en gekookt. In het seizoen hebben ze op deze camping, Bailey’s Bar, een campoven-kookcursus.Helaas was het buiten het seizoen. We stuurden het thuisfront een mailtje voor een skypeafspraak. In de loop van de avond koelde het af en dat was wel zo fijn. Slaapze

13 december
Om 7 uur hadden we een skypeafspraak met huize Heg. Daarna nog even gekletst met huize Wiegers. Vervolgens gingen we ontbijten, lekker douchen en nog even met Chico spelen. Toen moesten we toch echt afscheid nemen en reden we de stad uit. Net buiten de stad sprong er in een keer een politieagent op de weg dat we moesten stoppen. Of Melin even wilde blazen. Ze waren er vroeg bij, want het was pas 10 uur ’s ochtends. Niks aan de hand natuurlijk, Melin had de ochtendborrel overgeslagen.

De eerstvolgende plaats was Cunnamulla. Daar zijn we nog even langs het infocenter gereden voor tips om in 2 weken naar Sydney te gaan.Aardige vrouw, maar ze kon ons niet echt verder helpen. Het advies was om naar het infocenter in Bourke te gaan, die konden vast wel met de route helpen. Bij het infocenter stond ook het beroemde standbeeld van de Cunnamulla Fella, die maar even bekeken. De Fella staat symbool voor de hardwerkende jonge jongens die vroeger op de boerderijen werkten. Na de Fella op de foto te hebben gezet en de pastasalade van gisteren te hebben opgegeten, reden we richting Bourke.

We kwamen iets na 15 uur aan in Bourke bij het infocenter. Wij wilden naar binnen, maar het center was dicht, het sluit om 16 uur. Aha, de klok weer een uur vooruit dus. Dan zelf naar even in de boekjes en op internet kijken. Op dat moment kwam de vrouw van het infocenter net naar buiten en zag ons zitten met de boeken. Ze vroeg of ze ons kon helpen. Ze had als tip voor gratis kamperen May’s Bend genoemd, een paar km terug langs een rivier, alleen bereikbaar via een dirtroad. Fantastic! Zei ze. We hebben eerst even bij de Spar boodschappen gehaald en zijn toen op zoek gegaan naar de plek. We waren bijna omgedraaid op de dirtroad, zo lang duurde het voordat we bij de rivier waren. Maar ze had niet gelogen: het was echt een prachtige plek midden in de natuur. We waren de enigen. Alleen even gestoord door een familie die even ging zwemmen, maar na een uurtje waren we weer alleen.

We hebben lekker een slastamppot gekookt en al etend de zon onder zien gaan. Hoe donkerder het werd, hoe meer muggen. Ondanks de goede anti-muggenspray, zijn we even later toch maar de auto ingedoken. Nog even gelezen en gaan slapen.