Vandaag vroeg uitchecken, want we wilden nog het een en ander bekijken op Lantau Islland, voordat we om 17.50 uur met het vliegtuig naar Hanoi vertrokken. De receptioniste van Homy Inn vertelde dat we op Hong Kong station (metro) al een ‘in town check-in’ konden doen voor het vliegtuig. We konden onze zware backpacks dus al achterlaten. Erg fijn, dat maakte onze trip voor die dag een stuk makkelijker (niet eerst naar het vliegveld om onze bagage te droppen). Dus nu hadden we om 9 uur ’s ochtends al ingechecked en konden we op ons gemak naar de Big Buddha, ergens boven op een berg op Lantau Island. Je kan er met een kabelbaan heen (5.7 km) of met de bus. Erg mooi met de kabelbaan, maar de bus was veel goedkoper. We konden voor 3 euro p.p. de hele dag met de bus, de kabelbaan was 9 euro p.p. voor een retourtje.
Eerst hebben we een cappucino @starbucks gedaan en daarna toch even de outlet shopping mall bezocht die ernaast lag. Daar hebben we allebei een shirtje gekocht (zonder mouwen), is iets lekkerder in dit weer. We hadden vrij snel de bustockets geregeld, waarmee we naar de buddha konden en het bekende vissersdorpje Tai O. De weg naar de buddha duurde ongeveer 40 minuten, slingerend door de bergen omhoog, de bus had er duidelijk moeite mee, maar was erg leuk. Bij dat we voorin zaten.
Het is letterlijk een BIG Buddha. Zittend op een berg, echt huge! Wat verderop was er een klooster, waar wederom veel wierrook werd gebrand. Aan de souvenirshops te zien zijn die monniken behoorlijk commercieel. Na een uurtje hadden we het wel gezien en wilden we naar Tai O. Helaas zou de bus pas over een uur komen… balen. Even later zagen we om het hoekje toch bus 21 voorbij komen, dus bij de halte gaan staan en ja hoor, 3 minuten later kwam de volgende bus al. Raar verhaal…
Na ongeveer een kwartiertje in de bus, kwamen we in Tai O aan. Heel touristisch helaas. Het lijkt wel een beetje het Volendam van Hong Kong (Kim, iets voor jou!) Aan het water allemaal winkeltjes en kon je met een boot mee om de witte dolfijn te zien. Het dorpje staat bekend om zijn verse vis, maar het enige dat wij hebben gezien is gedroogde vis. Hier hadden we het dus ook snel bekeken, wat achteraf maar goed was ook…
We besloten terug te gaan naar Tsing Yi (Metrostation) om daar de Airport express te pakken. We dachten nog, beter te vroeg dan te laat op het vliegveld. We konden tot 17.30 uur boarden, we hadden ingeschat rond 17 uur door de douane te zijn zodat we nog even iets konden eten. Het duurde allemaal toch iets langer. Zoeken op het vliegveld, de gate was ver weg, bij de douane onze deo vergeten uit de tas te halen en toen stond WJ ook nog eens in de verkeerde rij voor de paspoortcontrole, bij een trainee. Vriendelijk, maar langzaam. We hadden nog 5 minuten om naar de gate te gaan. Rennen dus, moesten we ook nog met een bus naar de gate. De buschaffeur had duidelijk geen haast, dus we waren al veel te laat. Bovenaan de roltrap stonden ze ons al op te wachten. Hanoi? Vroegen ze. Yep, that’s us. De final call was al omgeroepen, echt erg! Bijna vliegtuig gemist… Lenie zei het nog op Skype: Als jullie het vliegtuig maar niet missen.
De vlucht zelf verliep verder prima. Mooi uitzicht op en over de wolken en de ondergaande zon. Toen we bijna gingen landen werd het snel donker. Het was toch pas half zeven. eenmaal op de grond en door de controle hadden we vrij snel onze tassen te pakken. We gingen naar de aankomsthal, op zoek naar onze pick-up (geregeld door ons hotel). Niet te vinden, maar er waren genoeg andere ‘ mannetjes’ die ons wel naar het hotel wilden brengen. Nee, we wachten netjes op onze chauffeur. Na ruim een kwartier wachten, was hij nog nergens te bekennen. In de mail van het hotel stond dat als we de chauffeur niet konden vinden, we zelf een taxi moesten nemen, maximaal 15 dollar. We besloten toch maar met een andermee te gaan, hij wist het hotel te vinden…
De rit zou 45 minuten duren, het weer was echt slecht. Onweer, regen. De chauffeur stopte voor ‘ons hotel’, het Blue Sky Hotel in Hanoi. er kwam een mannetje uit het hotel de taxi in, met, heel vriendelijk, de mededeling dat de kamers werden geverfd in het hotel en wij naar een zusterhotel overgebracht zouden worden. Ingepakt door zijn charme en vriendelijkheid, stemden we daarmee in. We vonden het wel een raar verhaal, maar ja. In het ‘nieuwe hotel’ werden we naar onze kamer gebracht. Groot en redelijk netjes (m.u.v. de badkamer). We moesten daarna naar beneden komen voor uitleg over wat je allemaal kon doen. We wilden vanavond nog niets vastleggen, dus hielden de boot af. We vroegen waar we konden eten en dat kon aan de andere kant van de straat, waar inmiddels een halvemeter regenwater in stond. Lekker gegeten, niet heel goedkoop (20 dollar incl. biertjes), maar viendelijk personeel. Terug in het hotel gedoucht. Bij terugkomst was de kamer na wat langer inspecteren toch niet helemaal in orde. Lekkkages, stof, vochtplekken, you name it. Maar ja, wat verwacht je anders van een 5 dollar hotel.
WJ had inmiddels zijn mail geopend en daar stond een mailtje van het Blue Sky Hotel: Where are you???? We zijn er dus, ondanks dat we op de hoogte waren van de verschillende oplichtpraktijken, met open ogen ingestonken. WJ heeft met het hotel gebeld en de hostes zei dat ze iemand zou sturen om ons op te halen. Dus tassen gepakt en naar beneden (onderweg nog even wat Tai-chi oefeningen gedaan just in case ;-) Daar aangekomen, zei de man: O, you are going to the other hotel, no problem. Dat ging dus wel makkelijker dan gedacht. Binnen een halfuur stonden we bij het echte Blue Sky Hotel. We werden opgehaald door een aardige jongen, altijd beleefd en lachen (@Andries: hij leek wel een beetje op Eduard). We kregen koffie, daar hadden we wel zin in. Onze pick-up die door het hotel was geregeld, schijnt van half zeven tot een uur of 10 ’s avonds (!) op ons te hebben gewacht. We moeten elkaar dus misgelopen zijn. De kamer was prima en we hadden een schone badkamer. Alleen met de fikse regenbuien kwam het water wel een beetje naar binnen. Eindelijk naar bed, uitgeteld. Wat een dag!